Skip to main content

De lofzang

| Renco Schoemaker |
Renco bekent vandaag dat hij wel wat heeft met de lofzang. En dat hij daar best veel onder schaart. Wat jij? Zeg het woord jou überhaupt iets? Lees verder.

Een eenvoudige zoekopdracht op het woord ‘lofzang’ op debijbel.nl levert 29 bijbelteksten op. Bijna allemaal in het oude testament. Nu zal ik de definitie van de lofzang allicht meer oprekken dan menig lezer hier, maar wat een mooi woord, toch? De lófzang. In 2014 schreef ik één van de meest gelezen blogs hier: Loven eren prijzen, wat is dat? Vandaag meer over die lofzang.

Oude testament

Die lofzang stelt ons in staat onze lof te uiten voor God. Check de eerdere blog voor een uitleg van ‘loven’. Psalm 107, vers 1 zegt (in de berijming van 1967): Houdt dan de lofzang gaande voor God die leven laat. De lofzang gaande houden. Daar zit veel in. Mensen voor mij, met mij en na mij deden, doen en zullen dat blijven doen. God loven met muziek en liederen. Dat kan woordelijk zoals in psalm 150, maar ook ‘instrumentaal’.

In de beide Kronieken lezen we over de harpen en lieren van koning David. Over trompetten en cimbalen. In 2 Kronieken 20:22 lezen we dat de Ammonieten zelfs verslagen worden met de lofzang. Jechizkia droeg de priesters en Levieten o.a. op de lofzang te verzorgen. Naast het brengen van de offers was ook de lofzang verzorgen een vaste taak. Het was zeker niet iets wat je alleen deed als je tijd over had of er zin in had. De lofzang werd zeer serieus genomen.

Het orgelspel

Uiteraard. De psalmen, al dan niet begeleid door het orgel. “Vroeger stond het orgel symbool voor alles wat ik conservatief en ouderwets vond aan de[ze] kerk”. Maar nu benadrukken de psalmen en gezangen, onder begeleiding van een (getalenteerd) organist, meer en meer de traditie waarin ik sta. Liederen die anderen, mijn ouders en grootouders, al zongen nog lang voordat ik er was. Houdt dan de lofzang gaande. God spoort ons aan.

Vaak zijn het (voor mij) ook juist de woorden die níet klinken. Idealiter eerst woorden, direct of indirect, die wek klinken maar daarna niet meer hoeven klinken omdat de muziek je verder draagt. Talloze voorbeelden kan ik geven.

Juist dat mechanisme werkt in de kerk zo goed. Ik ken al die melodieën van psalmen en gezangen maar al te goed. De organist die ze feilloos aan elkaar rijgt of weet te combineren. Er wordt geen woord gezongen, maar ik voel: dit is die lofzang. Dít is voor God. Ik kan er emotioneel van worden, of mijn kippenvel verraadt m’n gemoed. Beide heb ik van mijn moeder.

Eenzame herrie

Het is moeilijk aan anderen over te brengen dat bovenstaand mechanisme ook werkt bij muziek in ‘mijn’ genre. Talloze voorbeelden kan ik geven, ook hier. Muziek die, met of zonder woorden (of: geschreeuw), me bij de strot grijpt. Soms omdat het gewoon heel knap of mooi is. Maar regelmatig ook omdat ik dan exact datzelfde gevoel krijg: dit is die lofzang. Dít is voor God.

De herrie die ik luister kan ik met weinigen delen. Ze zijn op één hand te tellen. Ik heb wel eens gepoogd het uit te leggen. Tevergeefs (denk ik).

Maar met gering talent mag ik ’s winters ook graag op m’n keyboard spelen. Dit instrument ten dele meester zijn doet doorgaans minder waardering oogsten dan, zeg, een gitaar, piano of drumstel beheersen. Vorig jaar bracht ik mijn Opwekking repertoire ten gehore bij m’n moeder thuis, daar waar ik in alle andere gevallen de muziek alleen beleef. Soms zeer intens, met een gevoel dat woordelijk alleen te vatten is in: transcendentie. Mijn vingers die bijna als vanzelf de toetsen vinden. De lofzang zit in mij en wil er uit. Is dat het?

Gezamenlijkheid

Het is lastig dergelijke gevoelens onder woorden te brengen en ik heb het idee voor deze blog al maanden lang ingewisseld voor andere. Muzikaal ben ik breder georiënteerd dan ik hier doe voorkomen. Vooral op religieus gebied vind ik best veel mooi. Opgaan in (traditie van) de lofzang. Tjonge, ik kan het bijna niet geloven dat ik het werkelijk type. Voor alles is een tijd, zeg maar.

Ik zing niet mooi. Naar de smaak van mijn naasten ook met regelmaat te hard. Onlangs bekende ik dit aan een vriend van me en die merkte direct op dat het niet uit zou moeten maken. Hij (h)erkende het kunnen ‘opgaan’ in een lied. Niettemin zing ik (volgens mij) op gepaster volume nu ;-) Niet in de laatste plaats omdat ik vroeger vond dat mijn vader ook wel erg hard en lelijk zong..

Maar de lofzang is niet uitsluitend individueel te beleven , of te ‘verzorgen’. Juist dat doe je samen. In de kerk lukt dat heel aardig (al mag het van mij per direct 50% instrumentaal worden). Juist met bekenden, onbekenden, jong en oud liederen zingen is erg krachtig. Zeker, er valt genoeg op aan te merk. De één vindt het te hard, de ander te traag. Weer een ander vindt het teveel herhaling. In onze kerk hebben we een aardige balans vind ik. Alleen genieten van een mooi orgel doe ik elders..

*fin

Tot zover wat bespiegelingen over de lofzang en de kracht van (instrumentale) muziek. Het is jammer dat ik met Pasen niet naar ‘De Dood van de Zoon‘ kan. Hier kwam veel van wat ik hier beschrijf indrukwekkend bij elkaar. En gezien de belangstelling ben ik niet de enige die dat zo beleeft.

Voor nu: *fin.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Meer over Renco Schoemaker

Renco is ruim 35 jaar, man en vader van twee. Hij was eerder jeugdouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en bloggen. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.