Skip to main content

Christelijk digitaliseren? (3)

Menselijke waarden in digitale tijden

Vandaag deelt Renco het derde deel in zijn blogreeks over christelijk digitaliseren. Kan dat, en wat het is? Lees verder in deel 3 van 4.
| Renco Schoemaker |

Zoals ik al eens eerder schreef gaat zo’n blogreeks al na twee delen niet meer van harte. Dat is dan ook de reden geweest dat dit derde deel en het nog te schijnen vierde deel zo lang op zich liet wachten. Maar niettemin is het daar dan toch: wat valt er vanuit christelijk perspectief te zeggen over menselijke waarden in digitale tijden? De auters van de digitaliseringsvisie van de ChristenUnie komen tot drie kernwaarden waarvan de tweede vandaag centraal staat: menselijke waarden in digitale tijden.

Universele Verklaring

Wanneer ik denk aan menselijke waarden moet ik al snel denken aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948). Je vindt de tekst op deze pagina van Amnesty International. Terloops is er wel overlap tussen de Verklaring en de menselijke waarden die benoemd worden in de digitaliseringsvisie. Recht op een persoonlijke levenssfeer lijkt sterk op artikel 12. Bescherming van de veiligheid is artikel 7 en gelijkheid voor de wet is artikel 10. En in het recht op relationeel bestaan ontwaar ik artikel 29. Heel veel waarden vind je dus ook níet in de visie op digitalisering, maar dat lijkt me verdedigbaar. De auteurs schrijven: De uitgangspunten uit het beginselprogramma zijn voorzien van een toespitsing op digitaliseringsvraagstukken.

Nog even de genoemde artikelen op een rij.

Artikel 7 – Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid aanspraak op gelijke bescherming door de wet. Allen hebben aanspraak op gelijke bescherming tegen iedere achterstelling in strijd met deze Verklaring en tegen iedere ophitsing tot een dergelijke achterstelling.

Artikel 10 – Eenieder heeft, in volle gelijkheid, recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen en bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging.

Artikel 12 – Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch aan enige aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke inmenging of aantasting heeft eenieder recht op bescherming door de wet.

Artikel 29 –

  1. Eenieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is.
  2. In de uitoefening van zijn rechten en vrijheden zal eenieder slechts onderworpen zijn aan die beperkingen, welke bij de wet zijn vastgesteld en wel uitsluitend ter verzekering van de onmisbare erkenning en eerbiediging van de rechten en vrijheden van anderen en om te voldoen aan de gerechtvaardigde eisen van de moraliteit, de openbare orde en het algemeen welzijn in een democratische gemeenschap.
  3. Deze rechten en vrijheden mogen in geen geval worden uitgeoefend in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties.
Christelijk digitaliseren? (3)

Niet steeds een deel

Maxim Februari uit in zijn essay ‘Doe zelf normaal‘ grote zorgen over die rechtstaat in relatie tot artikel 10. In deel 2 haalde ik hem al aan: “…veel problemen met digitalisering zijn waardenproblemen en dus zijn ze moreel en of politiek van aard.”. Op pagina 112 introduceert hij de term constitutionalisering als antwoord op de vraag “…[hoe] de onzekerheid weg te nemen die ons al burgers bevangt doordat de democratische rechtstaat verandert. Welke kant willen we op? En hoe komen we daar?”

Het valt de ChristenUnie te prijzen dat ze een bescheiden poging doet een antwoord te geven op deze vragen. Onder constitutionalisering verstaat Februari: “…dat je bedrijven of algoritmes, of liefst alles tegelijk, onderwerpt aan grondrechten en rechtsbeginselen. Nog preciezer wil het zeggen dat ook in de nieuwe situatie rekening moet worden gehouden met de geschreven en ongeschreven principes die tot nu toe het recht hebben beheerst, zoals rechtvaardigheid, toegang tot een onafhankelijke rechter, verbod op willekeur.” Alhoewel hij achter deze zaken staat, meent hij ook dat het ‘…nog net een fractie te weinig [is].” Want kan je AI en private partijen nog wel in de ‘oude mal’ dwingen? Het is maar de vraag of dat kan.

De ChristenUnie schrijft op haar website ook het e.e.a. over digitalisering – weet dat de digitaliseringsvisie van het Wetenschappelijk Instituut van de partij komt. Daarin tref je ook duidelijk als hét antwoord: constitutionalisering. En wat kan je ook anders opschrijven?

Toegeven, in mijn werk op het gebied van informatiebeveiliging en privacy (bij de lokale) vind ik het soms lastig wanneer men dergelijke ‘grote vragen’ stelt omdat ik voorzie dat het antwoord lang uitblijft (of: nooit komt) en ik wel graag een resultaat wil boeken. Of iemand anders wil dat, en ik begrijp dat. Dus de reactie is dan vaak het vraagstuk in het eigen belang af te kaderen en het ‘grote gesprek’ op een later moment nog eens te voeren. Maar we voeren dat vervolgens niet. En daarom herken ik me in wat Februari schrijft:

“Er wordt ingezoomd op afzonderlijke technologieën en daaraan worden dan principes opgelegd […], maar zouden we niet allereerst moeten kijken naar de manier waarop technologieën worden ingepast in de bestaande interacties tussen mensen, organisatie, processen? De keuze om alle problemen als informatieproblemen te beschouwen verandert de manier waarop de mensheid haar gedrag vormgeeft. Die keuze verandert het leven van mensen in een optelsom van meetbare prestaties. Ze verandert de overheid in een delta van netwerken en informatiestromen die geen instantie nog kan overzien en verandert daarmee het bestuur.”

En daarin huist het gevaar: het zijn in het beste geval goed afgewogen kleine beslissingen die moeten voldoen aan bepaalde principes, maar we missen daarmee de grote, onomkeerbare beslissing die we óók nemen juist door alleen die kleine beslissing (goed) te nemen. Ik zie het, ik herken het maar ik heb geen flauw benul hoe het op te lossen…

“De keuze om alle problemen als informatieproblemen te beschouwen verandert de manier waarop de mensheid haar gedrag vormgeeft.”

Menselijke waarden

Persoonlijke levenssfeer (privacy) – Mensen hebben recht op een persoonlijke levenssfeer.

In tijden van digitalisering staat onze privacy sterk onder druk. Er zijn bedrijven, overheden en mensen die intieme informatie als object van handel of manipulatie gebruiken. De overheid beschermt burgers door hun persoonlijke levenssfeer te beschermen en burgers hebben daarin ook een eigen verantwoordelijkheid. Grootschalige dataverzameling van persoonsgegevens brengt met zich mee dat de kans op datalekken structureel toeneemt. Dat gegeven zou terughoudend moeten maken in het verzamelen en bewaren en delen van persoonlijke gegevens die ook ten kwade gebruikt kunnen worden. Tegelijk is aandacht nodig voor situaties waarin privacywetgeving belemmerend werkt bij het geven van hulp aan wie dat nodig heeft.

Relationeel bestaan (verbondenheid en solidariteit) – We komen tot bloei niet in lege autonomie maar in ons samenleven. We leven in afhankelijkheid van anderen. Een goed leven is een leven in verbondenheid.

Digitalisering kan zowel verbinden als vervreemden. De samenleving kan alleen samenleving zijn als mensen elkaar blijven ontmoeten. Dat kan digitaal, maar kan niet uitsluitend digitaal. We mogen van zowel overheidspartijen als marktpartijen vragen dat ze zich, naast de effecten op individuen, ook rekenschap geven van wat de inzet van digitale toepassingen doet met de samenleving in haar geheel en gemeenschappen en verbanden in de samenleving.

Veiligheid – Bescherming van de veiligheid van haar burgers is een kerntaak van de overheid.

Terwijl traditionele criminaliteit afneemt, groeit digitale criminaliteit flink en zijn ook nationale veiligheidsbelangen in het geding. Analoog aan het niet-digitale domein kan de overheid veiligheid niet garanderen, maar moet zij wel haar verantwoordelijkheid nemen. Veiligheid kan niet anders dan een gezamenlijke inspanning zijn van overheid, markt en samenleving.

Gelijkheid – Burgers zijn gelijk voor de wet.

Hoewel digitalisering kansen biedt om kansenongelijkheid tegen te gaan zijn er ook aanwijzingen dat digitalisering ongelijkheid in de praktijk juist vergroot. Rondom digitalisering is gelijkheid dus een belangrijk aandachtspunt.

Ethiek van leven – De ethiek van het leven leidt onze technologische ontwikkeling in onder andere de zorg – en niet omgekeerd. De mens is geschapen als kroon op de schepping. We zijn geroepen het menselijk leven te beschermen.

Nieuwe digitale ontwikkelingen kunnen beloven het leven van mensen makkelijker, gezonder en socialer maken. Tegelijkertijd is het verkeerd om mensen als optimalisatie-objecten te beschouwen. Hierdoor kan het idee ontstaan om gezonde mensen onnodig te ‘optimaliseren’. Digitalisering kan het leven verbeteren, maar het leven hoeft niet optimaal te zijn.

Never Let A Crisis Go to Waste

Het voordeel van erg lang doen over deze blogserie is dat één van mijn favoriete bands, Project 86, inmiddels ook deel 2/2 van haar magnum opus uitbracht. De ‘OMNIverse’ wordt nog verder tot leven gebracht in OMNI, part 2. Tickets voor de album release party livestream zijn besteld.

Andrew Schwab opent sterk met het nummer Never Let A Crisis Go to Waste die ik tijdens het schrijven van deze blog feilloos kon verbinden aan het essay van Maxim Februari. De coronacrisis bracht ontzettend veel teweeg in de maatschappij omdat (grond)rechten volgens velen te snel moesten wijken voor het bestrijden van de crisis. Zoals Schwab schrijft: een kwaadwillende markt- of overheidsorganisatie laat een crisis niet onbenut. Daarbij zal hij ongetwijfeld geput hebben uit de wereldwijde coronacrisis, maar hij vergroot het tegelijkertijd flink uit op OMNI. Ik meen dat het in ons land allemaal zo erg nog niet is, gelukkig.

Can you feel the outrage spreading
Nerves inflamed, the rising conflict?

Can you feel the outrage spreading
Nerves inflamed, the rising conflict
Discord as a pathogen?

Chorus of unhinged emotion
Contrast of polarization
A necessary precursor

For every question is an application
For every crisis, a final solution
Your dissonance is nothing more than a variable
Nothing more than a cause for a cure

Nothing more than an equation
Nothing more than manufactured plague
It is nothing more

Trigger the outrage
And cue the division
The optics of your distraction
Opportunity

Desensitize and sterilize to remove the stigma
It’s all in the script

Your senses cannot be trusted
Cure the pulse of your reaction
Insert the nostrum to your receptors
Priming for the reboot

Desensitize and sterilize to remove the stigma
It’s all in the script

Strategize the immunity to every emotion
It’s all in the script

Trigger the outrage
And cue the division
The optics of your distraction
Opportunity

Can you feel the outrage spreading?
Can you feel the outrage spreading?
Can you feel the outrage spreading?
Opportunity

Desensitize and sterilize to remove the stigma
It’s all in the script

Topless op het strand

Wie ligt er nog topless op het strand? In tijden van digitalisering staat onze privacy sterk onder druk. Dat staat los van eventueel toegenomen preutsheid. In de visie wordt eerst gesteld dat o.a. de overheid zelf ‘ intieme informatie als object van handel of manipulatie gebruikt’ en in de volgende zin is het diezelfde overheid die ‘burgers beschermt door hun persoonlijke levenssfeer te beschermen’. Ik denk dat er goede redenen zijn op dit punt niet teveel (meer) van de overheid te verwachten. Was het immers niet meermalen de overheid zelf die de persoonlijke levenssfeer schond van burgers? En de uitleg bij hoe de overheid burgers beschermt door de levenssfeer te beschermen is weinig overtuigend geformuleerd. En de ‘kans op datalekken’ als reden aandragen terughoudend te zijn als overheid in het verzamelen, bewaren en delen van persoonlijke gegevens is evenmin overtuigend, wat mij betreft. Je rijdt niet alleen niet door rood om een boete te voorkomen, mag ik aannemen. Temeer mag, wat mij betreft, de overheid nooit zo redeneren.

De ChristenUnie verwacht van ‘zowel overheidspartijen als marktpartijen’ dat zij ‘rekenschap geven van wat de inzet van digitale toepassingen doet met de samenleving in haar geheel’. In het licht van het essay van Februari is dat een even rake als slecht onderbouwde uitspraak. Want gaat het hier nu juist niet mis? Niemand geeft rekenschap over wat digitalisering doet met de samenleving in haar geheel; marktpartijen (zeker) niet, maar ook de overheid heeft hier geen pioniershouding wat mij betreft. En ik zou het toch veel eerder van de overheid verwachten dan de de marktpartijen. Iets met constitutionalisering? Als het gaat om online/digitale veiligheid geeft de ChristenUnie weinig garanties. Tja, garanderen lijkt me inderdaad wat ver gaan, maar hoe de overheid ‘haar verantwoordelijkheid’ dan wel moet nemen blijft onduidelijk. Temeer omdat veiligheid in het midden van de driehoek overheid, markt en samenleving wordt gelegd. Het is me wat goedkoop en pover zo.

Over de keerzijde van digitalisering ging het al eerder in deze reeks en ik verbaasde me dan ook erg over de nogal zwakke formulering dat er ‘ook aanwijzingen zijn dat digitalisering ongelijkheid in de praktijk juist vergroot’. Open je ogen, dit voltrekt zich voor onze ogen. De digivaardigen krijgen een steeds grotere voorsprong op de digibeten en het zou toch juist de overheid moeten zijn die deze ongelijkheid moet bestrijden. Ik begrijp dan ook niet dat de partij hier niet veel meer van leer trekt. En dan tot slot een ergernis over ‘de mens is geschapen als kroon op de schepping’. Zo’n ogenschijnlijk christelijk dogma. Enfin, verder ben ik het wel roerend eens met het standpunt dat ‘het leven niet optimaal behoeft te zijn’. En dat in dat opzicht er ook geen morele verplichting is om digitalisering in te zetten tot steeds verdergaande optimalisatie van de (zorg voor de) mens.

De volgende keer het slot van deze serie over digitalisering en dan gaat het over samenlevingsdoelen in tijden van digitalisering. Ik ben benieuwd of het een start van een antwoord biedt op de eerdere vraag: “…[hoe] de onzekerheid weg te nemen die ons al burgers bevangt doordat de democratische rechtstaat verandert. Welke kant willen we op? En hoe komen we daar?”

Iets meer over auteur Renco Schoemaker

Renco is krap 40 jaar, man en vader van twee. Hij is ouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en podcasts maken. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.

Categorieën

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.