Skip to main content

De apolitieke eieren

Renco blogt over zijn ‘lauw geloof’, het apolitiek op eieren lopen in de kerk, de flirt met de evanglischen en de dorre grond in de wachtkamer. Alwaar ruimte voor anderen is.

Ben geen fan van de schrijfsels van Alain Verheij. Maar inmiddels moet ik zeggen: wás geen fan van de schrijfsels van Alain Verheij. Daar waar hij zich eerder veelal te ver bevond aan de andere zijde van mijn grens, moet ik nu bekennen dat ik ontvankelijker ben voor zijn zienswijze. Zijn scherpe schrijfstijl mocht ik al. Afgelopen week las ik met veel interesse deze blog. Porno in de kop = clickbait.

Bekeringsverhalen

Hij schrijft het volgende over bekeringsverhalen:

Want in de praktijk hoor ik zulke [eerlijke, onbaatzuchtige] bekeringsverhalen maar weinig. Als fulltime onderdeel van de christelijke bubbel maak ik nog weleens een doopdienst mee, krijg ik nieuwsbrieven in mijn mailbox en neus ik door de blogs en bladen. En dit valt me op aan de geloofsgetuigenissen: het overgrote deel gaat over innerlijke rust, over veranderde denkbeelden of over enorm pietluttige veranderingen.

En deze zinsnede vond ik zelf twitterwaardig:

[…] het geloof wordt zo angstvallig apolitiek gehouden en zo heerlijk veilig verinnerlijkt dat de aloude profeten er weinig eer aan te behalen zouden vinden. Godsdienst wordt zo hyper-individueel dat het Gods koninkrijk nergens gestalte kan geven.

Een geloof zonder impact is dood

Daarmee start de laatste alinea. Lach je om de Amerikaanse predikant die een vierde privéjet nodig vond, betaald van het geld van zijn volgelingen (54 miljoen), “…dan lach [je] eigenlijk een karikatuur van [jezelf] […]. Nou, daar zit wel wat waarheid in meen ik. Maar de confrontatie reikt verder. Ook mijn geloof voelt zonder impact. Is het daarmee dan dood? Mijn weerstand tegen het veilige, individuele, apolitieke en ‘op eieren lopende’ compromis-geloof is weliswaar niet gering, maar deze conclusie gaat mij te ver.

“Ik weet het niet”

Daarna las ik een artikel over dat “Ik weet het niet” ook spiritualiteit is. Nu heb ik het liever over geloof dan spiritualiteit, maar de kop wekte mijn interesse niettemin. In mijn woorden gaat het artikel over het spirituele tekort binnen de gereformeerde traditie en het daarmee samenhangende verlangen naar ‘evangelische passie’. “Het gereformeerde flirten met de evangelische beleving lijkt een beetje op het spreekwoordelijke groenere gras bij de buren.”. 

In mijn periode van wat ik maar omschrijf als ‘lauw geloof’ heeft deze evangelische passie inderdaad een aantrekkingskracht. Maar is het gras wel groener bij de buren? En is het niet weglopen van wat eigenlijk de oorzaak van dat lauwe geloof is? Tegelijkertijd is het verlangen naar een ‘oplaaien’ van het vuur (zie deze blog) in een komen en gaan oprecht aanwezig.

Sproeien wat je wil

Een geloof zonder impact is dood. Dat knaagt. En toch geloof ik in een geduldig God. Daarbij helpt het te horen van anderen die soortgelijke ervaringen hebben. Ik schreef er twee weken terug over. Verderop in het artikel:

Om in de metafoor van de groene grasmat te blijven: de realiteit is dat het gras niet altijd groen is. Er zijn droge periodes. Dan kun je sproeien wat je wilt, maar het blijft geel. Leven met God is onderweg zijn. En die weg voert Gods volk door woestijnen heen, waar inderdaad oases zijn met een heerlijk groen grasmatje waar je ziel verkwikt wordt, maar waar ook droge, hete, harde plekken zijn waar je ziel zich amechtig en wanhopig afvraagt of er ooit een eind komt aan het geestelijk droogstaan.

Die evangelische passie kan aanvuren, maar kan ook vervreemden. En op het gebied van de ongepaste stelligheid staat voor mij de evangelische gemeente 1-0 achter. Dus ik blijf trouw en loyaal aan ‘evangelische flank der gereformeerden’ in de hoop dat ik inderdaad later kan terugkijken op een periode, met ‘een kop en een staart’.

Je wilt echtheid?

Schrijver Gert Zomer schrijft verderop:

Als je echtheid wilt, moet je onder ogen zien dat dit leven heel wat momenten kent dat een mens het niet weet. Maar dat betekent niet dat je op zo’n moment maar even in de wachtkamer moet gaan zitten totdat ‘het’ weer komt, waarbij ‘het’ de zekerheid, de blijdschap en het enthousiasme van het geloof is. Nee, ook dat niet-weten is echt geloven! Het is echt God in de ogen kijken wanneer Hij als een mysterie voor je staat!

Zo is het toch, niet? Maar die hyper-individuele geloofsbeleving maakt dat we naar mijn idee geen uitnodigingen versturen naar anderen om naast je te komen zitten in die wachtkamer. Daar zit je het dan niet te weten, alleen. En ja, ik plaatste eerder kanttekeningen bij wat een ander werkelijk voor je kan betekenen. Maar er zo nu en dan in gezelschap zitten helpt.

“Ik verlang naar een kerk waar ook die rauwe echtheid van het geloof mag bestaan en in de liturgie een plek krijgt.”

ps. Alain schreef onlangs een boek. Ik denk dat ik het maar koop.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Meer over Renco Schoemaker

Renco is ruim 35 jaar, man en vader van twee. Hij was eerder jeugdouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en bloggen. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.