Skip to main content

Twijfelaars organiseren

Vandaag een blog van Renco over het waarom achter dit gevoel: waarom wens ik mij niet te laten bestempelen als een twijfelaar terwijl ik zeker niet durf te beweren dat ik vrij van twijfels ben?

Al eerder schreef ik er over in een bijzin: het beschrijven van mijn zoektocht, n.a.v. het geloofsvacuüm waarin ik mij meen te bevinden, als twijfelen voelt alsof het mij onrecht aandoet. Vandaag een blog over het waarom achter de gevoel. Waarom wens ik mij niet te laten bestempelen als een twijfelaar terwijl ik zeker niet durf te beweren dat ik vrij van twijfels ben?

Kerkopkomst

Het doet mij denken aan mijn tijd als (jeugd)ouderling in onze gemeente. Op een zeker moment constateerden meerdere kerkenraadsleden dat de opkomst op zondagochtend terugliep. Niet “alleen individuen”, maar ook “hele gezinnen”. Dat riep de vraag op: waarom komen deze mensen niet meer zo trouw in de kerkdienst?

De bestuurlijke kerkenraadsleden meenden dat dit toch vooral een geestelijke vraag is en dat de pastorale ouderlingen hier op onderzoek uit zouden kunnen gaan. Dat werd ook zo besloten, alhoewel met weinig enthousiasme. Begrijpelijk, het lijkt me niet echt een leuke opener voor een gesprek… Na wat uitstel en afstel werd duidelijk dat er geen éénduidige reden kon worden gevonden voor de frequentere lege stoelen. Twijfel werd wel genoemd, zonder echt scherp te hebben wat hiermee werd bedoeld.

Twijfelkring

Omdat ook twijfel een plek dient te hebben binnen de kerkmuren, werd geopperd de (mogelijk) twijfelende kerkleden uit te nodigen deel te nemen aan een gezamenlijke kring. Zodat de gevoelens van twijfel, van welke aard dan ook, gedeeld en besproken konden worden. Alhoewel dit standpunt naar mijn mening prijzenswaardig is, voelde het ook wel wat geforceerd. De kring is er ook nooit van gekomen, voor zover ik weet. Waarom?

Infrequente kerkbezoekers, twijfelaars en randkerkelijken verbinden zich maar in (zeer) beperkte mate met de geloofsgemeenschap (gemeente). Dat kán zich uiten in verminderde opkomst op zondagochtend, maar ook iemand die trouw komt kan zich in die groep bevinden. Wat daartegen of daarmee te doen?

Gereformeerd organiseren

Accepteren dat mensen er “half” bij horen vinden we moeilijk. Het geloof in God is ons zo wezenlijk dat ook anderen hiervan doordrongen dienen te zijn/worden. Soms houdt dat in: iemand weer ‘bij de les’ krijgen. Daar schreef ik eerder al eens over. En dat is ook hoe die twijfelkring voelde: een goedbedoeld initiatief om mensen die twijfelen in groepsverband weer ‘bij de les’ te krijgen. We organiseren iets.

Praten met mensen over zoeken en ja, twijfelen, kan bevrijdend werken. Gewoon uitspreken dat invulling geven aan het geloof in God op dat moment lastig en niet vanzelfsprekend (meer) is. Veel gelovige mensen hebben eenzelfde ervaring gehad en delen daar onder de juiste omstandigheden veelal graag over. Dat geeft rust en tegelijkertijd onrust.

Onder woorden

Breng maar eens onder woorden waarom je zoekt, wat je zoekt en hoe je zoekt. Wat doet je zoeken? Twijfel toch zeker. Is dat zo? Ik verwonder mij niet over het mislukte initiatief om een gemeenschappelijk beeld te krijgen van de kerkleden die niet meer trouw elke zondag komen. Temeer niet wanneer er inderdaad een vorm van twijfel aan ten grondslag ligt. Dat die kring er niet is gekomen verbaast mij evenmin.

Praten helpt, maar dan óók met mensen die na (soms lang) zoeken en, jawel, twijfelen tot de conclusie zijn gekomen dat het geloof in God er niet meer (in die vorm) is. Of dat lid zijn van een kerkelijke gemeente niet langer wordt gevoeld als een ‘randvoorwaarde’ voor het christelijk geloof. Nu, begrijp me niet verkeerd. Dat zeg ik niet om mij vooral te laten ‘voeden’ met ideeën die mij juist zouden doen afdwalen van God. Dat het universum door ons gemaakt is. Maar er zijn voordelen.

Voordelen van niet-meer-gelovigen

Een echt gesprek, en met echt bedoel ik in vertrouwen, eerlijkheid en kwetsbaarheid, over waarom de ander niet meer gelooft kan veel waarde hebben. Dat denk ik niet alleen, dat weet ik ook. Een gelovige die zegt: “Dat heb ik ook een periode gehad” zegt daar onbedoeld ook direct mee dat mijn zoektocht/twijfels per definitie eindig zijn. Ik moet er even doorheen, als het ware. Nee, zo bedoelt iemand het zeker niet, maar het is de onwenselijke bijvangst van zo’n gesprek.

Een gesprek met een niet-meer-gelovige helpt te ‘voelen’ en te ‘bepalen’ waar (nieuwe) grenzen liggen. Sommigen hebben toch ‘het kind met het badwater weggegooid’ en andere ‘zijn wel erg gaan zweven’. Het gevoel bij iemand die zegt dat Jezus ‘waarschijnlijk niet opgestaan is uit de dood’ of dat geloven uiteindelijk niets meer is dan ‘de ander liefhebben’. Uiteindelijk zijn ‘alle religies gelijk aan elkaar’.

Het roept iets op. Een grens, een houvast waarlangs allicht opnieuw te bepalen is wat het betekent om te geloven in God. En dat is wat anders dan twijfelen.

Comments (2)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Meer over Renco Schoemaker

Renco is ruim 35 jaar, man en vader van twee. Hij was eerder jeugdouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en bloggen. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.