Skip to main content

Wat als God helemaal niet bestaat…?

Onlangs stond ik oprecht, en tegen mijn zin in, stil bij de vraag: Wat als God helemaal niet bestaat…?

Achter de vorige blog, getiteld “De- én reconstructie“, zat meer dan ik op het moment van schrijven bereid was toe te geven. Ik denk dat veel christenen wel eens ‘gespeeld’ hebben met de vraag: ‘Wat als God helemaal niet bestaat…?’. Eén van m’n favo podcasts, The Pastor  with No Answers, startte onlangs een ‘serie’ episodes met als centrale vraag: ‘Why do you still believe?’. De antwoorden op die vraag raken ook aan de kernvraag over Gods bestaan. In de week voorafgaand aan mijn laatste blog greep de gedachte dat God ook níet zou kunnen bestaan me voor het eerst écht bij de strot. Niet ‘spelenderwijs’, maar verontrustend.

Praten over

Het is makkelijk voor mij om rationeel over mijn geloof te praten. Sowieso zit ik rationeel in elkaar en voor mij is geloof voor een belangrijk deel ook rationeel. Het lezen van boeken over interpretatie van de Bijbel, het luisteren van vele podcasts over filosofische en theologische vragen, je eigen waarnemingen dichtbij en ver weg kunnen je onrustig maken. De onrust was nog te vers om als zodanig in de vorige blog te benoemen. Dat de rationele vraag zich aandient ‘Wat als God helemaal niet bestaat…?’ is noch verrassend, noch vernieuwend in algemene zin. En toch deed het best veel met me.

Ik had me bij het schrijven van de vorige blog al voorgenomen vandaag het vervolg te schrijven, er vanuit gaande dat ik hoe dan ook eerlijk wilde zijn. Daarbij is het altijd makkelijker om te schrijven over de voltooid verleden tijd dan de tegenwoordige tijd. “Ik heb een periode serieus getwijfeld aan Gods bestaan.” klinkt heel anders dan “Ik betwijfel of God wel echt bestaat”. Dat laatste is moeilijker, en blijft me bespaard. Maar deze blog was er ook in het andere geval gekomen, dat had ik al met mezelf afgekaart.

Twijfel relativeren

De eerste observatie die ik deed bij mezelf was de rationele rust – die contrasteerde met de emotionele onrust. Ik kon m’n twijfel goed relativeren als een logisch onderdeel van het proces van de- en reconstructie. Immers, welke (rationele) zekerheden heeft een mens? Ergens voelde ik dat God ook mijn proces van twijfel aan hem zou tolereren. En dat is natuurlijk wel vreemd: ik twijfel aan het bestaan van God en tegelijkertijd vertrouw ik er op dat God mij deze twijfel zal vergeven. Weird.

De tweede observatie die ik deed was de gevoelsmatige weerstand tegen de kerkdienst op 1e Pinksterdag. Alsof ik daar God onder ogen moest komen met mijn twijfels over zijn bestaan. Geen diepgewortelde overtuiging van zijn niet-bestaan, maar wel een eerste kennismaking met een verontrustend gevoel erover. Tegenstrijdigheid, of innerlijke strijd zo je wil.

De kerk

Met enige frisse tegenzin liep ik die zondag de kerk in en het was erg bijzonder om te ervaren dat de twijfels die ik in de dagen daarvoor kort, maar voor mijn doen behoorlijk intens, had ervaren bij de voordeur achterbleven. Ik heb ze domweg niet mee naar binnen genomen. Nog voor ik een woord met iemand had gesproken, een muzieknoot had gehoord of een blik had uitgewisseld was ik het kwijt. Ik kwam gewoon ’thuis’. Thuis in de (mijn) kerk waar voor mij een plek is. En dat was best bijzonder.

De aanvechting, de onrust en de tegenzin om die reden, het belette me geenszins onderdeel te zijn van onze gemeente. In het zijn van ouderling die ochtend. Waar ik bang voor was, gebeurde niet: ik hoefde mijn twijfels niet weg te stoppen of te vermommen. (Want ja, dat had ik anders zeker gedaan gezien het prille begin er van, zoals ook Mike McHargue uitvoerig opbiecht in zijn boek). Het was duidelijk: God regeert in deze kerk en ik mag komen met alles wat ik meebreng.

De twijfel tegemoet

Persoonlijk ben ik er niet van overtuigd dat ik nu mijn laatste gevoel/beleving heb gehad van serieuze twijfel. Twijfel aan het bestaan van God zelf. Ik houd er nu eenmaal van na te denken, af te pellen, te analyseren en de bediscussiëren. En dan kom je wel eens op een spoor waar je later misschien van ontdekt dat het geen verrijking is t.o.v. wat je tot dan toe geloofde. Of je maakt iets mee dat alles op de kop zet. Hoe veerkrachtig ben je dan in je geloof?

De hierboven beschreven ervaring, hoe ogenschijnlijk nietsbetekenend voor een ander, geeft me veel moed.

Dus ik ga verder, de twijfel tegemoet. Mezelf en mijn geloof testend met het onlosmakelijk verbonden risico op vergelijkbare ervaringen van strijd, twijfel en onrust. Maar ik weet op dit moment wél dat God ook in dat proces net zo met mij verbonden wil zijn als toen ik deze vragen niet stelde. Zoals Dan Koch in de zeer boeiende episode over hermeneutiek aangaf niet te geloven dat het verkrijgen van de juiste kennis over/van God niet ons primaire doel is. En dat het daarmee dus ook ‘oké’ is om je overtuigingen regelmatig bij te stellen en te herzien. En daarmee wordt het ook beter draagbaar er misschien (tijdelijk) naast te zitten.

Voor mij geldt: dat liever dan steeds netjes binnen de lijntjes van ‘de leer’ te blijven kleuren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Meer over Renco Schoemaker

Renco is ruim 35 jaar, man en vader van twee. Hij was eerder jeugdouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en bloggen. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.