Skip to main content

Christelijk digitaliseren? (4)

Richtinggevende samenlevingsdoelen in tijden van digitalisering

Renco schreef eindelijk zijn slot in het vierluik over hoe christelijk digitaliseren er uitziet. Digitalisering is niet alleen maar positief.
| Renco Schoemaker |

Met de komende editie van krachtvoer voor de deur, wilde ik toch deze reeks over digitaliseren eens afschrijven. Ik weet inmiddels maar al te goed dat ‘blogreeksen’ beginnen als goed idee, maar al snel voelen als een keurslijf. Maar belofte (aan mijzelf) maakt schuld. O ja, daar schreef ik ook een drieluik over. Enfin, vandaag duik ik nog één keer in de digitaliseringsvisie van de ChristenUnie.

Overheid, mensenlijkheid en samenleven

De ChristenUnie betoogt in haar digitaliseringsvisie dat digitaliseringsvraagstukken door haar partij beoordeeld dienen te worden op de volgende :

  1. de rol van de overheid in een vraagstuk (=blog 2)
  2. de omgang met mensen en menselijkheid in digitaliseringsvraagstukken (=blog 3)
  3. de impact van digitalisering op ons samenleven (=deze blog)

De impact van digitalisering op ons samenleven valt alleen (goed) te beoordelen als je een duidelijk beeld hebt van hoe die samenleving er dan idealiter uitziet. Dan kom je al snel meer op het terrein van een (verkiezings)programma zoals die van ChristenUnie hier uiteengezet staat. Ten tijde van schrijven lees ik in de compacte versie van het verkiezingsprogramma “Onze 10 keuzes voor nieuwe verbondenheid”.

  1. We maken echt ruimte om voor elkaar te zorgen
  2. We leggen ons niet neer bij armoede
  3. We kiezen voor een leven in balans met de schepping
  4. We zorgen voor betaalbaar wonen voor iedereen
  5. We investeren in onze jongeren als generatie van hoop
  6. We zetten in op goede zorg van het prille begin tot het broze einde
  7. We gaan voor sterke regio’s
  8. We maken de overheid weer dienstbaar
  9. We staan op tegen het onrecht van mensenhandel en verslaving
  10. We komen op voor mensen in nood wereldwijd

Dat geeft, denk ik, voor nu voldoende beeld bij wat de ChristenUnie ziet als samenleving waar het woord verbondenheid centraal staat. Mijn persoonlijke, politieke opvattingen laat ik achterwege. In 2019 akkerde ik eens de grondbeginselen van de partij door in deze blog en het toen actuele verkiezingsprogramma in deze blog.

Christelijk digitaliseren? (4)

Politieke speerpunten

Om haar digitaliseringsvisie niet te wollig te laten zijn, vind je in hoofdstuk 4 ook “…enkele stellig geformuleerde aanbevelingen waarmee de ChristenUnie op korte termijn aan de slag kan.”

  • De overheid geeft de hoogste prioriteit aan het strikt handhaven van de bestaande regels rondom dataverzameling en privacy.
  • Het leslokaal is van het onderwijs en geen plek waar data voor commerciële doelen worden verzameld.
  • Een Sociaal-Maatschappelijke Impact Analyse wordt vereist bij de introductie van technologie met potentieel groot effect op de samenleving.
  • Technologie- en mediawijsheid moet een prominente rol krijgen in het curriculum van het primair en middelbaar onderwijs.
  • Personalisatie wordt alleen toegestaan als burgers daar expliciet mee instemmen (opt-in) en bedrijven de plicht hebben om volledige transparantie te bieden over de gebruikte personalisatiemechanismen.
  • De overheid investeert in training en ondersteuning van mensen met mindere vaardigheden op digitaal gebied.
  • Beslismodellen mogen niet getraind worden op generieke kenmerken.
  • Er komt een wettelijk recht op uitleg bij besluiten door de overheid.
  • Geen ongebreidelde dataverzameling via digitale identiteiten.
  • Op Europees niveau moeten regels opgesteld worden over interoperabiliteit tussen digitale diensten, zodat ‘opsluiting in ecosystemen’ voorkomen wordt.
  • Datajubeljaar: het moet voor burgers makkelijk worden om vernietiging van hun gegevens af te dwingen, zodat een nieuwe start mogelijk is.

“De digitalisering gaat sneller dan de regulering ervan. Met het benoemen van ChristenUnie-uitgangspunten voor digitalisering willen we een leidraad bieden voor het omgaan met toekomstige digitaliseringsvraagstukken.”

Samenlevingsdoelen

Er komen in dit derde en laatste deel van de digitaliseringsvisie vier samenlevingsdoelen voorbij, te weten: duurzaamheid, genieten van genoeg, vrijheid en democratisering. Ik vind dat het wetenschappelijk instituut terecht de aandacht vestigt op de (veelal) onzichtbare ‘rekening’ die onlosmakelijk verbonden is aan digitalisering. Duurzaam digitaliseren lijkt vooralsnog lastig te realiseren en er wordt dan ook geen oplossing geboden, anders dan ‘genieten van genoeg’. Ofwel: beperk jezelf in het online zijn: beter voor jezelf en beter voor de wereld. Oké, wáár en een wat naïeve oplossing meen ik.

Samenlevingsdoel vrijheid wordt, niet geheel verrassend, vooral uitgelegd langs vrij keuzes maken naar hun geloof en overtuigingen. Nudging wordt aangehaald als probleem. Nudging betekent: ‘motivatietechniek waarbij mensen subtiel worden gestimuleerd om zich op een gewenste wijze te gedragen.’. Daar moest ik wel een beetje om lachen. Is dít werkelijk de grootste zorg? Ik moest zelf vooral denken aan iets als het ‘chilling effect‘, maar mogelijk bedoelen we onderaan de streep hetzelfde. Chilling effect: gedragsaanpassing om dataverzameling te ontwijken.

Bij het samenlevingsdoel democratisering kan ik eigenlijk alleen maar zeggen: lees het eerder in deze reeks aangehaalde boek ‘Doe zelf normaal. Menselijk recht in tijden van datasturing en natuurgeweld’ van Maxim Februari. Daarin wordt kraakhelder uiteengezet dat digitalisering een reële dreiging is voor de democratie en rechtstaat. Het boek wordt overigens ook als leestip meegegeven in de visie zelf :) In de digitaliseringsvisie wordt aangestipt dat monopolievorming van techreuzen voor de hand ligt en dat het gebruik van algoritmes – op basis van onvolledige trainingsdata – de democratie kan ondermijnen. Monopolie van techreuzen ondermijn evenzo de democratie, zo hebben we geleerd in de afgelopen jaren.

Duurzaamheid – We dienen allen met kracht te kiezen voor duurzaam handelen. Duurzame keuzes staan tegenover het uitputten van onze leefomgeving en die van anderen.

Het digitale leven lijkt soms over een niet-materiële werkelijkheid te gaan: internetverkeer en de cloud lijken in de lucht te hangen en daarmee los te staan van duurzaamheidsvraagstukken. Maar dat is schijn: digitaliseringsvraagstukken gaan ook over grondstoffen, mensenrechten en de uitstoot van
broeikasgassen.

  • Digitalisering kan niet zonder materie: hardware bestaat uit onder meer zeldzame (conflict) mineralen. De winning van grondstoffen en assemblage van hardware gebeurt vaak in slechte werkomstandigheden. De training van datamodellen vindt vaak plaats via slechtbetalende gig-platforms.
  • Digitale technologie kan bijdragen aan het halen van duurzame doelen, maar is – net als technologie in veel andere sectoren – vooralsnog vooral vervuilend in alle fases, van productie tot afdankfase.
  • De belofte van vergroening wordt geen werkelijkheid zonder keuzes voor duurzaamheid in digitalisering en sturing op uitstootvermindering. Zonder die sturing leidt digitalisering tot meer uitstoot van broeikasgassen.

Genieten van genoeg – Genieten van genoeg, tegenover honger naar altijd meer produceren en consumeren.

Het hoort bij mensen om de wereld door techniek te bewerken. Digitalisering daagt mensen uit om systemen in te richten, te optimaliseren en slim te maken. Het is indrukwekkend wat mensen met techniek kunnen bereiken. Toch kan – zoals bij alles – een teveel van het goede in haar tegendeel resulteren. Daarom waken we voor de gedachte dat meer digitalisering per definitie altijd beter is en dat digitalisering de oplossing
voor elk (maatschappelijk) probleem biedt.

  • Data zelf zijn grenzeloos: eindeloos beschikbaar en te delen. Elke minuut wordt er voor 300 uur aan videocontent geupload op platform YouTube. Maar bij genieten van genoeg hoort de waarde van rust: we hoeven niet altijd online, ‘aan’ en bereikbaar te zijn
  • We zouden honger naar gegevens en datagedreven systemen kunnen zien als de digitale evenknie van honger naar altijd meer produceren en consumeren. Net als produceren en consumeren op zichzelf niet verkeerd zijn maar wel ongezonde trekken kunnen krijgen, kan dat met het verzamelen van gegevens en het benaderen van de wereld als een data-werkelijkheid gebeuren. Er is meer in het leven dan spullen kopen – en er is een wereld die we niet in systemen en gegevens kunnen en willen vangen. Het is goed om ook offline te leven. Ook in digitaliseringsvraagstukken willen we leren te genieten van genoeg.

Vrijheid – Mensen hebben de vrijheid gekregen om vanuit hun diepste geloof en overtuigingen keuzes te maken in het leven. We zijn geroepen elkaar in deze vrijheid te laten delen.

In de praktijk blijkt dat digitalisering zowel vrijheid kan vergroten als verkleinen, waarbij er tussen landen grote verschillen zijn. Zo kunnen mensen in Nederland door sociale media in vrijheid hun mening ventileren, maar staat het gure online klimaat een open publiek debat in de weg.

  • Digitalisering biedt nieuwe mogelijkheden voor nudging, oftewel subtiele gedragsbeïnvloeding. Het uitgangspunt dat mensen in vrijheid naar hun geloof en overtuigingen keuzes mogen maken, staat op gespannen voet met nudging wanneer die ‘op maat gemaakt’ is op basis van persoonlijke gegevens.

Democratisering – Democratisering nodigt iedereen uit om de richting mee te bepalen en streeft ernaar dat iedere stem gehoord kan worden.

Vergaande digitaliseringsbesluiten moeten in een open publiek en politiek debat besproken worden zodat we als samenleving democratisch gedragen keuzes kunnen maken.

  • Digitale toepassingen kunnen, al dan niet bedoeld, democratisering versterken of verminderen.
  • Digitaliseringsmarkten tenderen naar monopolievorming. Doorgaande accumulatie van kennis en macht hindert democratisering.
  • In overheidstoepassingen (en breder) is het van belang dat trainingsdata voor algoritmes breed getraind zijn om bias en buitensluiting (of niet terechte opsporing) te voorkomen.

Casus: Consequenties van digitalisering voor veiligheid

Een sterke troef van de digitaliseringsvisie die het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie schreef zijn de voorbeelden in het hoofdstuk over afwegingen en richtlijnen. Chapeau voor de schrijvers die er echt werk van hebben gemaakt alle uitgangspunten toe te passen in herkenbare situatie en vraagstukken. Graag neem ik één casus over.

Bereket wordt op dezelfde dag twee keer getroffen door misbruik van de mogelijkheden die het internet biedt. Het waterschap waar hij werkt wordt slachtoffer van een ransomware-aanval, waarbij software waarmee de sluizen worden bediend ontoegankelijk wordt gemaakt tenzij er losgeld wordt overgemaakt. Op hetzelfde moment ontvangt Bereket via WhatsApp een bericht van zijn neef die wat geld wil lenen. Dat is niet de eerste keer, dus Bereket maakt een bedrag over – gek genoeg wel naar een andere rekening dan normaal. Als Bereket zijn neef daarop nog even belt, blijkt die helemaal niet om geld te hebben gevraagd. Bereket is opgelicht. Hij doet aangifte van beide misdrijven, maar de politie geeft hem weinig hoop op een snelle berechting. De daders zitten waarschijnlijk in een land dat niet mee wil werken met Nederlandse opsporingsonderzoeken.

Afweging van waarden

Van de mogelijkheden die het internet biedt kan misbruik worden gemaakt. Zodra een digitaal apparaat is aangesloten op het internet, kan een kwaadwillend persoon proberen het apparaat of de gegevens die erop staan te gebruiken voor oneigenlijke doelen. Er zijn talloze voorbeelden denkbaar: van een computernetwerk dat niet toegankelijk is totdat er losgeld is betaald, tot op het internet aangesloten koelkasten die onderdeel worden van een botnet. Het misbruik kan tot grote gevaren leiden voor de veiligheid of de integriteit van de samenleving. Het kan gaan om fysieke gevaren, als bijvoorbeeld objecten als stoplichten, sluizen, bruggen of elektriciteitsnetwerken worden overgenomen.

Het kan ook gaan om maatschappelijke gevaren, zoals het platleggen van overheidswebsites of het saboteren van verkiezingen. En het kan gaan om overlast en schade voor burgers en bedrijven, doordat zij slachtoffer worden van digitale misdrijven als oplichting, afpersing, bedreiging en belediging.

De ChristenUnie vindt de bescherming van de veiligheid van haar burgers een kerntaak van de overheid. De overheid is geroepen onrecht te bestrijden, het gemeenschappelijk belang te bewaken en het kwetsbare en kwetsbaren te beschermen, ook op het internet. Dit is minder eenvoudig dan het op het eerste gezicht lijkt. De macht van een overheid is beperkt tot haar burgers en haar grondgebied. Het internet is echter een ‘world wide web’. Bovendien is het mogelijk grotendeels anoniem gegevens op het internet te delen en te bewerken.
De taak om het recht te beschermen vraagt om een nieuwe doordenking van de verhouding tussen nationale (en Europese) soevereiniteit enerzijds en de digitale wereld anderzijds. De ChristenUnie vindt het niet wenselijk dat internationale samenwerking in het teken staat van concentratie van macht. De nationale soevereiniteit mag door de samenwerking niet te veel worden verzwakt. Vanuit dat oogpunt is een wereldwijd en onbegrensd internet niet vanzelfsprekend. Het bestrijden van onrecht vergt regels en handhaving van de regels. Op nationaal of Europees niveau. Hierbij kan een parallel worden getrokken met de fysieke wereld. Degene die fysiek de deuren van een winkel barricadeert totdat losgeld wordt betaald, kan worden gestraft voor afpersing. Dat zou ook moeten gelden voor afpersing op het internet.

Het bewaken van de veiligheid mag niet leiden tot overname van de digitale ruimte door de overheid. De overheid dient terughoudend te zijn en de verantwoordelijkheden van andere maatschappelijke verbanden niet over te nemen. Tegelijkertijd mag de overheid zich niet zo ver terugtrekken dat de digitale ruimte een bandeloze plek wordt waar het recht van de sterkste geldt. Die ruimte zal snel worden ingevuld door commerciële bedrijven en organisaties zonder veel scrupules. Wederom kan een vergelijking met de fysieke publieke ruimte helpen. Het stadsplein wordt beheerd en bewaakt door de overheid, en vervolgens kunnen burgers en ondernemers er gebruik van maken om te recreëren, te protesteren, marktkramen op te zetten of terrasstoelen neer te zetten. De afstemming tussen al deze partijen wordt gefaciliteerd door de overheid, zonder dat zij over mag gaan tot grootschalige surveillance van wat er op het marktplein gaande is.

Conclusie

De overheid moet het recht handhaven in de digitale ruimte, en waarborgen dat er digitale openbare orde wordt gecreëerd waar burgers, bedrijven en organisaties de ruimte krijgen om samen te leven. Het handhaven van een digitale openbare orde impliceert de mogelijkheid om normen te stellen en te handhaven. Daarom moet worden nagedacht over het afgrenzen van delen van het internet. Voor de handhaving moeten voldoende handhavers beschikbaar zijn die voldoende bevoegdheden hebben. Het waarborgen van een digitale openbare orde impliceert ook dat de digitale ruimte niet wordt overgenomen door techbedrijven als Google, Facebook, Apple en Amazon. De overheid zal monopolies dus moeten doorbreken en grote aanbieders die meerdere digitale diensten aanbieden moeten opsplitsen. Daarmee is niet gezegd dat de overheid vervolgens deze diensten moet aanbieden. Het zal aan de samenleving moeten worden overgelaten welke bedrijven en organisaties de openliggende taken gaan oppakken. Het waarborgen van een digitale openbare orde vergt ook dat burgers worden beschermd tegen de eigen gemakzucht. Een neutrale digitale openbare ruimte met meerdere aanbieders van afzonderlijke diensten kan ertoe leiden dat burgers vaker moeten inloggen, meer wachtwoorden moeten aanmaken en onthouden en vaker gegevens moeten invullen. Dat is ongemakkelijk. Maar hiermee geeft de overheid wel invulling aan haar opdracht om de burgers de ruimte te bieden om verantwoord te handelen.

Dus: christelijk digitaliseren?

Allereerst hoop ik dat ik in deze blogreeks niet te gemakkelijk delen vanuit de digitaliseringsvisie hebt gekopieerd. Ik heb gepoogd duidelijk te maken welke delen ik schreef en op basis van welke teksten uit de visie ik dat deed. Het is niet mijn bedoeling te pronken met andermans werk, maar ik realiseer me ook dat de digitaliseringsvisie van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie geen grote doelgroep zal bereiken. Nu was dat ook niet het doel; de visie is gericht de politici. Maar ik als liefhebber (en niet-politicus) hoop al het verrichte werk een stapje verder te brengen met deze blogreeks.

Christelijk digitaliseren? is de vraag boven dit vierluik. En ik concludeer dat je niet christelijk kunt digitaliseren. Het zijn begrippen die zich op een ander abstractieniveau voordoen. Het woord ‘christelijk’ zegt (o.a.) iets over iemands geloof, overtuigingen en wereldbeeld terwijl het woord ‘digitaliseren’ gaat over het digitaal maken van informatie en processen. Christelijke normen en waarden daarin incorporeren geeft bij mij kortsluiting. Maar dat was natuurlijk ook niet de achtergrond van de digitaliseringsvisie.

In hoofdstuk 2 van de visie komen de waarden aan bod zoals die ook centraal stonden in die vierluik. Maar veruit de meeste pagina’s zijn gewijd aan een concrete uitwerking daarvan in afwegingen en richtlijn aan de hand van casussen in hoofdstuk 3. Alhoewel het aantal voorbeelden met 15 alsnog niet het vakgebied van digitalisering weet af te dekken, lukt het de auteurs hierin de brug te slaan tussen die verschillende abstractieniveaus.

  1. Gepersonaliseerde advertenties
  2. Toegankelijkheid digitale wereld (en recht op niet-deelname)
  3. Ruimte bieden aan publiek debat
  4. Polarisatie en veiligheid
  5. Cryptocurrency
  6. Online onderwijs
  7. Algoritmische besluitvorming
  8. Autonome wapensystemen
  9. Digitale identificatieplicht
  10. Digitaal paspoort of e-identity
  11. Regulering van datagebruik
  12. Bewaren en vernietigen van gegevens (datajubeljaar)
  13. Consequenties van digitalisering voor veiligheid
  14. Omgaan met sociale media
  15. Leefbare kernen

Wat mij betreft valt er in algemene termen of checklists niet veel zinnigs te zeggen over hoe het onomkeerbare proces van digitalisering christelijk ingericht kan worden. Die hoop en verwachting had ik, eerlijk gezegd, wel toen ik startte aan deze blogreeks. Maar het vergt dus wat meer werk: waarden afwegenis nu eenmaal sterk contextueel bepaald. Immers, ze zijn zelden absoluut. Daarvoor is meer tekst en uitleg nodig en aandacht voor een specifieke context of situatie. En ik denk dat de digitaliseringsvisie zeker geslaagd is in het doel ChristenUnie politici ‘…een leidraad te geven bij het maken van politieke afwegingen met betrekking tot digitaliseringsvraagstukken.’ Gelukkig ben ik geen politicus want dat lijkt me een complexe, omvangrijke taak. Wel zijn er (bijvoorbeeld) informatiebeveiligers die kunnen helpen :)

ps. hiermee schreef ik mijn laatste blog, zoals hier aangekondigd.

Iets meer over auteur Renco Schoemaker

Renco is krap 40 jaar, man en vader van twee. Hij is ouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en podcasts maken. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.

Categorieën

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.