Meer geduld, minder praten 1-2

Goede voornemens zeggen mij niet zoveel. Veelal gaat het om mooie woorden zonder dat er ooit iemand op terugkomt; noch degene die de voornemens heeft (had?), noch degene(n) die het verder aangaat (als die er al zijn). Dus wat is dan de winst? Wat kan helpen is je goede voornemens zo concreet mogelijk maken en te delen met de mensen om je heen. Vandaag doe ik ook een poging met mijn eerste ‘goede voornemens’ ooit. Ik hoop concreet te maken wat ik bedoel én het middels deze blog te delen met de mensen om mij heen. Eerlijkheidshalve zal dat laatste waarschijnlijk beter bereikt kunnen worden buiten deze blog om ;-) Ik reken de mensen (direct) om mee heen niet per sé tot de schare trouwe lezers.

Geduld in de bijbel

In de bijbel wordt veelvuldig gesproken over geduld. In Galaten 5:22 lezen we dat geduld een vrucht van de geest is. In 1 Tessalonicenzen 5:14 worden we opgeroepen geduld te hebben “met iedereen”. Je hebt vast wel eens van het woord ‘lankmoedigheid‘ gehoord; iemand met een lang gemoed. Over gemoed zegt de Van Dale:

het binnenste van de mens, zijn geestelijk gevoel: op iemands gemoed werken hart, gevoel; de gemoederen raakten verhit de stemming

Geduld hebben, lankmoedig zijn. Niet eenvoudig, maar wel erg waardevol, nietwaar? Geduld is een eigenschap van God zelf. In Exodus 34:6, waar Mozes voor de 2e maal de berg op gaat om de 10 geboden te ontvangen, lezen we:

[...] De Heer! De Heer! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, [...]

Karel Smouter concludeert hier: “Geduld, dat gaat erover hoe je je gedraagt in een situatie die niet deugt. En of je dan mee kunt komen in het geduld van God. Met drie woorden uit de Bijbel wil ik laten zien hoe dicht dat op je eigen huid komt.” Zijn toelichting op de drie genoemde woorden vind je in hetzelfde artikel.

Meer geduld

Regelmatig stoor ik me aan het getreuzel van m’n kinderen. Zelden op maandag, want dat is mijn kinderen-dag. Op maandag heb ik de (denk ik) juiste mindset, hoef ik niet te werken (doe ik toch met regelmaat) en staan de kinderen op plek één. En treuzelende kinderen staan ook gewoon op plek één. Maar op andere dagen heb ik gewerkt, ben ik moe, wil ik aan de slag, heb ik plannen of heb ik haast. Dan treuzelen m’n kinderen natuurlijk ook. Of ze willen helemaal niet, krijgen een driftbui of gaan in verweer. En dan is mijn geduld (te) snel op. Een kort lontje.

Onlangs bracht zwager Len een mooi voorbeeld in dat bij me is blijven hangen. Stel: je kind vraagt aan je of hij/zij de voordeur mag opendoen met de sleutel. Je weet dat dit een lang verhaal wordt omdat hij/zij daar eigenlijk nog te klein voor is, en überhaupt niet weet hoe een slot werkt (ja, iets met een sleutel en draaien). Ongeduldige Renco zal dit zelden positief beantwoorden, want ik heb spullen/tassen in m’n handen, het is koud en ik heb gewoon domweg geen zin in getreuzel bij de deur want …[vul iets in]…

Mijn goede voornemen is: meer geduld, vooral met mijn kinderen. De rust en het geduld die ik op maandag meestal heb, wil ik ook meer op de andere dagen hebben. Vooral op dinsdag en donderdag als de kinderen naar de kinder- en buitenschoolse opvang gaan. Dat zijn lange dagen voor ze waardoor ze vermoeid, hongerig en soms ronduit chagrijnig thuiskomen. Tel daarbij mijn lange werkdag met (veel) reistijd op en je geduld wordt waarlijk op de proef gesteld.

Ik wil leren meer geduld te hebben, van lang gemoed te zijn. En alhoewel je zelden aanwezig zal zijn bij de situaties zoals hierboven omschrijven, sluit ik toch af met de uitnodiging: spreek me aan op mijn ongeduld!

Minder praten

Volgende week schrijf ik verder over deel 2 van mijn goede voornemens: minder praten.