Skip to main content

Ongelofelijk

Dick is begonnen in het boek Ongelofelijk van Yvonne Zonderop en deelt vandaag daaruit een stuk dat aansluit op zijn vorige blog.

Ik ben begonnen met het lezen van het boek Ongelofelijk van Yvonne Zonderop. De ondertitel luidt: Over de verrassende comeback van religie. En hoewel ik het boek nog niet uit heb, wilde ik toch graag een stukje met jullie delen. Het sluit ook mooi aan bij mijn blog over collectieve gevoelens.

Uit hoofdstuk 3: Een heftige secularisatie

(…)  Van een veelomvattend systeem (kerk red.) waarin je was ondergedompeld neem je niet een beetje afstand, daar breek je radicaal mee. Daarna wil je er een tijd lang zo min mogelijk mee te maken hebben. Het verklaart allicht waarom wij nu zo weinig hebben met ons christelijk verleden, en er zo weinig van weten – veel minder althans dan inwoners van ons omringende landen. Het idioom van bevrijding heeft het maatschappelijk klimaat lange tijd gekenmerkt. Tot ver in de jaren negentig zetten liberalen en sociaaldemocraten zich eendrachtig in om de maatschappelijk invloed van de christendemocraten terug te dringen. Het voelde alsof een geschiedenis werd rechtgezet. Het eerste paarse kabinet, zonder deelname van het CDA, voelde als een triomf. VVD, D’66 en PvdA zouden het christelijk gepolder – dat nog stamde uit de verzuiling – inruilen voor iets veel verstandigers: een combinatie van vrije markt en scherp toezicht. Er brak een tijd aan vol economische groei, persoonlijke vrijheid en optimisme. Naarmate de welvaart toenam, kregen steeds meer mensen het gevoel dat ze het ook wel afkonden zonder God. En terwijl de kerk zich opsloot in haar eigen gelijk, deden de antireligieuzen dat eveneens. Religie werd een thema waar je het gewoon niet over had. De politiek hief de zondagsrust op als archaïsch restant van een voorbij tijd. Ook die beslissing werd als een bevrijding gevierd. Het christendom had de zelfontplooiing alleen maar in de weg gestaan. Het hoorde op de vuilnisbelt van de geschiedenis.

Onopgemerkt ging er veel verloren, maar we hadden het niet door – ik ook niet (Yvonne Zonderop red.), moet ik eerlijk bekennen. Mijn man en ik waren niet geneigd onze kinderen op christelijk vlak veel mee te geven. We deden ze, net als onze vrienden, op een openbare schaal waar voor godsdienst nauwelijks aandacht was. Op vakantie sleepten we ze zo nu en dan mee naar een bezienswaardige kerk – maar dan uit oogpunt van algemene culturele opvoeding. Het is dat mijn schoonmoeder kwam aanzetten met de kinderbijbel, waar ze soms uit voorlas. Ik vond het prima, zolang het binnen de perken bleef. Stel je voor dat iemand zou proberen de kinderen daadwerkelijk te bekeren….

Achteraf gezien waren dit de jaren waarin we de lege publieke ruimte bouwden waar de Amerikaanse politiek filosoof Michael Sandel ons tegenwoordig op aanspreekt. Ik interviewde hem in 2010, en als je het terugleest, denk je: wat een voorzienige man. Hij sprak over het opkomend populisme als een protest tegen verslechterende economische omstandigheden, maar ook – en vooral – als kritiek op een leeg publiek domein dat alleen nog maar belang stelt in efficiency en economische groei. Hij zei: ‘De mening heeft postgevat dat een tolerante samenleving neutraal behoort te zijn in morele kwesties. Dan gaat het niet enkel om het idee dat de staat afzijdig moet blijven in kwestie van moraal; in feite vindt men dat het gehele publieke domein neutraal behoort te staan ten opzichte van waarden. Ik ben ervan overtuigd dat dit een vergissing is. Mensen hebben grote behoefte aan een publieke sfeer die uitdrukking geeft aan hun waarden en identiteit. Ze hongeren ernaar. Een publiek domein dat doet alsof het streeft naar neutraliteit – wat überhaupt nooit kan worden bereikt – veroorzaakt een morele leegte. Die leegte wordt vervolgens heel gemakkelijk gevuld door bekrompen, intolerante stemmen. Hun opkomst kan in ieder geval deels verklaard worden uit het morele vacuüm dat is ontstaan uit de opvatting dat de publieke sfeer neutraal behoort te blijven. De populistische beweging kun je beschouwen als een poging om vraagstukken van zingeving en identiteit terug te brengen in het publieke domein.

Sandel maakt een punt dat gaandeweg meer erkenning heeft gekregen. Je kunt de kerk wel de rug toekeren, maar daarmee is de kous niet af. Als je vrijheid opvat als de mogelijkheid om vrij te zijn van bindingen en verplichtingen, eindig je in een geestelijk niemandsland. Voor veel mensen is een praktisch, welvarend leven zonder betekenisgeving en zonder diepe bindingen helemaal niet bevredigend. Ze willen ergens toe behoren. Het is een inzicht dat langzaam doordringt in de maatschappij, tot verlegenheid van degenen die het liberale gedachtegoed uitdragen en die het vaak moeilijk valt om te praten over wat ze drijft.

Je zag het in het gedrag van Mark Rutte – een pragmatisch, compromisgericht politicus bij uitstek. In de campagne voor de Kamerverkiezingen van 2017 ontkwam hij er niet meer aan zijn diepe waarden als politicus te benoemen. Dat ging hem niet gemakkelijk af. Termen die hij in de mond nam als ‘pleur op’ of ‘normaal doen’ klonken alsof hij het persoonlijk nauwelijks meende, en het vooral zei om de PVV en Forum voor Democratie de pas af te snijden. Interessant genoeg kon Rutte wel overtuigend formuleren wat hem bewoog als privépersoon. In de Haagse Duinzichtkerk hield hij een lekenpreek, waarin hij vertelde lid te zijn van de Nederlands Hervormde Kerk. Rutte bleek een hedendaagse gelovige, vol twijfel, maar toch gesticht. Hij sprak van een ‘instinctief zeker weten, dat bestaat naast het verstand’. Enerzijds leeft hij in het besef van iets tijdloos, groter dan jezelf. Anderzijds is er de eeuwige twijfel, die steeds nieuwe inzichten meebrengt. Het klonk doorleefd zonder zweverig te zijn. Rutte vertaalde het ook naar de samenleving. Het geloof is een basis waarop we samen staan in Nederland. Onze waarden en normen gaan terug op onze geloofswaarden, vaak nog heel herkenbaar. Als voorbeeld noemde hij verdraagzaamheid, verantwoordelijkheid, omzien naar elkaar.

Dat Mark Rutte niet als VVD-lijsttrekker  maar wel als privépersoon wist te benoemen welke waarden uit het christendom van belang zijn voor de samenleving, laat zien hoe ontsmet ons publieke domein is geraakt. Het is lastig om vrijmoedig te praten over geloof en betekenisgeving. Na tientallen jaren stilzwijgen over onze christelijk voorgeschiedenis zijn we de begrippen kwijt. In het Verenigd Koninkrijk kan de aartsbisschop van Canterbury probleemloos een kritisch bewogen verhaal houden tijdens een debat in het House of Lords over Britse waarden. In Duitsland organiseerde de Duitse vereniging van banken een conferentie over de relatie tussen Reformatie economie, als onderdeel van een nationaal feestjaar dat vijfhonderd jaar Reformatie vierde. Kom daar in Nederland eens om. We hebben het afgeschaft en weggestopt tot ver achter de voordeur.

Eerst zagen we vooral de voordelen van dit grote stilzwijgen. De laatste jaren komen ook de nadelen in zicht. Er is een nieuwe beweging die een erfenis komt opeisen die weldenkend Nederland bijna achteloos bij het oud vuil heeft laten staan. Het populisme maakt van religie weer een relevant onderwerp voor het publieke domein.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Meer over Dick Sluiter

Dick is zo’n 35 jaar, getrouwd en vader van twee kinderen. Hij is zeer geïnteresseerd in alles wat met religie te maken heeft, van kunst tot wetenschap en van traditioneel tot postmodern.