Skip to main content

Christelijk digitaliseren? (2)

Overheidshandelen bij digitaliseringsvraagstukken

Vandaag deelt Renco het tweede deel in zijn blogreeks over christelijk digitaliseren. Kan dat, en wat het is? Lees verder in deel 2 van 4.
| Renco Schoemaker |

In september trapte ik een blogreeks(je) af over digitaliseren, of eigenlijk: christelijk digitaliseren. Wat zijn mogelijke, christelijke aspecten van digitaliseren? Bestaan die eigenlijk wel. In die eerste blog beschreef ik wat we doorgaans verstaan onder digitalisering of ging ik kort in op de vier manieren waarop je kunt reageren op digitaliseren – aldus de digitaliseringsvisie van de Christenunie die als uitgangspunt dient voor deze reeks. Vanuit daar komen de auteurs tot drie waarden waarvan de eerste vandaag centraal staat: overheidshandelen bij digitaliseringsvraagstukken.

Oproep Autoriteit Persoonsgegevens

Steeds meer politieke partijen proberen zich te profileren op het onderwerp digitalisering omdat we, gaandeweg, de schaduwkanten zijn gaan zien. De digitaliseringsvisie van de Christenunie toont dat ook die partij – hetzij wat laat – zich wenst te verhouden tot het onderwerp. Recent deed de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een (zeldzame) oproepdigitalisering de plaats te geven die het verdient in het politieke debat en de verkiezingsprogramma’s.‘ Ze vraagt aandacht voor:

Democratische rechtsstaat onder druk door ‘big tech’

Big Tech neemt steeds meer publieke diensten over en er is onvoldoende besef over de impact van deze ‘gratis’ diensten. Burgers en overheden zijn bovendien steeds vaker aan Big Tech overgeleverd, omdat er geen alternatief is voor wat deze bedrijven bieden. Er is voldoende tegenmacht vanuit de politiek en de (Europese) digitale toezichthouders nodig om ervoor te zorgen dat Big Tech bedrijven zich aan de wet houden.

Onder Big Tech wordt verstaan ‘een kleine groep mondiale internetbedrijven die, in het algemeen of in een bepaalde sector, via het internet een marktoverwicht hebben, of minstens toonaangevend zijn’. Het gaat om deze vijf bedrijven: Google, Amazon, Apple, Meta en Microsoft.

Datahonger van de overheid

Overheden verzamelen vaak voor legitieme doelen veel gegevens. Af en toe gaat het echter stevig mis en ontstaan door deze verzamelwoede crises. Juist omdat een burger geen keuze heeft – je ben afhankelijk van de overheid. Het waarborgen van publieke verantwoording over het sturen met data van groot belang. Daarom moet juist de overheid zich houden aan de beginselen van privacy-by-design, dataminimalisatie en transparantie. Ook bij de inzet van algoritmes & AI. Want een open overheid is ook transparant bij het gebruik van AI.

Digitale veiligheid niet op orde

Door cyberincidenten belanden vaak gevoelige persoonsgegevens op straat. Goede bescherming van persoonsgegevens staat aan de basis van de digitale veiligheid van Nederland. Als het gaat over cybersecurity en informatiebeveiliging, moet het dus ook expliciet gaan over persoonsgegevens.

 

Christelijk digitaliseren? (2)

Doe zelf normaal

Maxim Februari reikt in het essay ‘Doe zelf normaal‘ op pagina 103 de volgende ’tussen’ conclusie aan.

Je digitaliseert en het recht verandert. Op veel verschillende manieren. En al die manieren hebben als gevolg dat wetten en regels verder van de burgers af komen te staan. Burgers kunnen niet langer zelf de wet interpreteren, betwisten, overtreden en bediscussiëren: de wet wordt vanaf afstand over ze uitgerold. Techbedrijven maken regels en kunnen die dwingend opleggen: ze oefenen staatsmacht uit over de burger doordat beslissingen al zitten ingebakken in de systemen waarmee overheden de samenleving besturen. De staatsmacht van de private ondernemingen wordt nog vergroot doordat de overheden vrijelijk data met ze uitwisselen. Op grote terreinen van de samenleving verlenen private organisaties al dan niet toegang of toestemming aan burgers die daar geen verweer tegen hebben.

Als we waarde hechten aan de traditie van de rechtstaat komen we er niet onderuit na te denken over de toekomst ervan. Zodra het naïeve optimisme over digitale technologieën binnenkort voorbij zal zijn, en het iedereen duidelijk is geworden dat er juridisch en ethische kanten zitten aan elk ingrijpen in de maatschappij, zal vast komen te staan dat het gesprek niet over techniek moet gaan, maar over de mens, de samenleving, de beschaving, de wereld. Dit is niet de eeuw van AI of robotica, maar de rechtswetenschap, de sociale wetenschappen. Of de geesteswetenschappen. Of eigenlijk helemaal niet van de wetenschappen, want veel problemen met digitalisering zijn waardenproblemen en dus zijn ze moreel en of politiek van aard.

Deze schrijver brengt de ontwikkeling van digitalisering – en haar invloed op het recht en de rechtstaat – dus terug tot onderliggende waarden.

Laten we eens kijken tot welke uitgangspunten de Christenunie komt in haar digitaliseringsvisie bij de waarde ‘overheidshandelen bij digitaliseringsvraagstukken’. De partij formuleert in totaal zes uitgangspunten bij deze waarde.

“Zodra het naïeve optimisme over digitale technologieën binnenkort voorbij zal zijn, en het iedereen duidelijk is geworden dat er juridisch en ethische kanten zitten aan elk ingrijpen in de maatschappij, zal vast komen te staan dat het gesprek niet over techniek moet gaan, maar over de mens, de samenleving, de beschaving, de wereld.”

Uitgangspunten

Verantwoordelijkheid – Macht draait om verantwoordelijkheid nemen. We zijn geroepen macht dienstbaar te maken aan recht.

Tijdens het schrijven van deze blog loopt de verkiezingscampagne en buitelen de politieke partijen over elkaar heen met het al dan niet nemen, of hebben genomen van verantwoordelijk. In het digitale domein onderstreept de Christenunie hier het belang dat altijd mensen (eind)verantwoordelijk zijn voor beslissingen. Zij dragen dus ten alle tijde verantwoordelijkheid voor (overheids)besluiten die geautomatiseerd worden voorbereid en dienen daarop aanspreekbaar en bereikbaar te zijn. Het handelen van de overheid moet daarnaast altijd uitlegbaar zijn, óók (of: juist) bij beslissingen die geautomatiseerd zijn.

Begrenzing – Macht wordt begrensd door recht, tegenmacht en verantwoording. Juist op een plaats waar macht samenbalt, is het kwaad gevaarlijk. De overheid moet daarom haar grenzen kennen, zichzelf inperken en ingeperkt worden.

Digitalisering biedt overheden veel mogelijkheden om het openbaar bestuur vorm te geven. Veel processen kunnen beter, inzichtelijker, sneller, slimmer, efficiënter en goedkoper wanneer ze digitaal vormgegeven worden – wie kan daar tegen zijn? Onder dat voorwendsel lijkt digitalisering soms een doel op zichzelf te worden en de burger het kind van de rekening omdat niemand meer goed weet hoe het werkt of wie er van is (zie Verantwoordelijkheid).  De toeslagenaffaire maakt pijnlijk duidelijk dat macht niet zonder recht kan. Het recht dient als instrument om marktpartijen én zichzelf te begrenzen en in te perken. Dat geldt temeer bij (massa)surveillance en gedragssturing en -beïnvloeding. Niet de (technische) belofte is het uitgangspunt, maar het recht en de waardigheid van de mens.

Soevereiniteit in eigen kring – De overheid neemt de verantwoordelijkheid van andere maatschappelijke verbanden niet over. Zij beschermt hun ruimte om hun verantwoordelijkheid te kunnen nemen en ondersteunt hen in die verantwoordelijkheid.

De overheid ondersteunt de samenleving en de verschillende sectoren of verbanden in de samenleving hebben daarbinnen een eigen ruimte en doel. De overheid ondersteunt die verbanden maar niet neemt ze niet over, ook niet in de digitale ruimte. Deze digitale ruimte is niet het eigendom van een partij. Niet van een commerciële partij, niet van een overheid, niet van een persoon. De overheid bewaakt vanuit haar recht de digitale ruimte, maar eigent zich die niet toe omdat de overheid daar niet het recht toe heeft. Dit geldt voor de online ruimte en voor de infrastructuur van het internet. Commerciële partijen mogen in domeinen als zorg en onderwijs beslissingen niet zo sterk sturen dat de eigenlijke taak van die domeinen geschaad wordt (zie Begrenzing).

Publieke gerechtigheid – Recht beschermen en handhaven. De overheid waakt over de ordening van de samenleving en het gemeenschappelijk belang. Zij beschermt het kwetsbare en de kwetsbaren.

De basis onder digitalisering is niet rechtsbescherming, maar kostenbeheersing, effectiviteit en efficiency, innovatie en productiviteit. Dat zijn verschillende talen en de overheid heeft de taak het recht te beschermen en de handhaven, ook wanneer dat lijnrecht ingaat tegen de principes van digitalisering. Daarnaast maakt vergaande digitalisering wie niet digitaal vaardig is, kwetsbaar voor uitsluiting en iedere internetgebruiker kwetsbaar voor uiteenlopende risico’s. Dus de overheid begrenst niet alleen de digitale ruimte (zie Soevereiniteit), maar ook haarzelf om uitsluiting te voorkomen. Ook wanneer dat op gespannen voet staat met de principes van digitalisering.

Moreel bestuur – De overheid is niet neutraal, maar zoekt wat goed is. Leiders dienen ook morele leiders te zijn door recht en onrecht te benoemen. Ze zijn eerlijk over de beperkte reikwijdte van politiek.

De overheid is meer dan een marktmeester die zorgt dat alles ordentelijk verloopt; ze heeft een morele natuur en streeft het goede na. Daarvoor draagt ze niet alleen verantwoordelijkheid voor de beslissingen die ze neemt, maar ook voor het gehele systeem waarbinnen die beslissingen worden genomen. Het bestuur dient te zorgen voor het verbinden van ethiek met techniek omdat systemen nu eenmaal geen moreel kompas hebben. Digitale innovatie kan een goed doel hebben maar digitalisering – en haar onderliggende principes – is in het openbaar bestuur geen doel op zichzelf (zie Publieke gerechtigheid).

Internationale gerechtigheid en soevereiniteit – Internationale samenwerking kan bijdragen aan recht en vrede wereldwijd, maar mag niet uitmonden in een concentratie van macht en dient de soevereiniteit niet te verzwakken.

Door digitalisering vervagen grenzen en kan informatie snel en tegen lage kosten worden verspreid; ze bevordert daarmee internationale samenwerking en mogelijk zelf recht en vrede. Bijvoorbeeld wanneer minder ontwikkelde gebieden toegang krijgen tot informatie en publieke voorzieningen. Maar door een gebrek aan afgrenzing kunnen overheidstaken slecht(er) uitvoerbaar worden of buitenlandse statelijke of commerciële actoren ongewenste invloed uitoefenen op burgers. Het is de taak van de overheid in het digitale domein grenzen aan te brengen die daartegen beschermen.

Apotheosis

Zanger Andrew Schwab van de band Project 86 trapt het album OMNI Part 1 onomwonden af met het nummer Apotheosis. Wat betekent ‘de verheerlijking van een voorwerp tot goddelijk niveau en meer in het algemeen het behandelen van een mens als god.’ Je zou kunnen stellen dat de techniek als god gaat dienen; we verwachten dat de techniek (op termijn) een oplossing of verlossing zal bieden voor problemen of onrechtvaardigheid in het hier en nu (denk: klimaat). Het hele album OMNI staat in het teken van de veranderende relatie tussen mens, techniek en God.

We are the tower that pierced the sky
By this our hearts speak as one
As below, so above
By this we ascend and crack the firmament

This is the moment
Where we retake Eden
Revel in the beauty
Perfect in terror
A mirror of all that burns inside of every engine of men
Of these five fingers, a monument
The center, the monolith
A salute to the divine mark we bear
As we dig our nails into electric skin
To peel and desecrate the ink away
Black blood streams from wrists
As we storm the gates to burn down your seraphim
As below, so above
New heaven remade from earthly tear
Reverse, we engineer
In wire and feed and network and pinion
Once the author, now the forgotten
We replace you with an algorithm

We are the tower that pierced the sky
By this our hearts speak as one
As below, so above
By this we ascend and crack the firmament

Christelijke saus?

De vraag is nu of bovenstaande uitgangspunten die de Christenunie aanreikt om de (niet te stoppen) digitalisering in goede banen te leiden, en dieper te verankeren dan de technocratische principes die ze meebrengt (of: verheerlijkt), nu ook christelijke zijn. Daarbij beperk ik me dus tot waarde één van drie: overheidshandelen bij digitaliseringsvraagstukken. Waarde twee en drie komen in volgende blogs aan bod. Deze drie waarden op zichzelf zijn wat mij betreft niet duidelijk christelijk – en dat hoeft ook niet. Waarden zijn vrij algemeen of abstract van aard en vragen om een nadere ‘inkleuring’ en daarvoor dienen bovenstaande uitgangspunten.

De focus op het recht als begrenzende factor voor digitalisering in overheidshandelen lijkt me voor de hand liggend. Daarmee bedoel ik dat de overheid weinig tot geen andere instrumenten tot haar beschikking heeft het proces van digitalisering, daar waar nodig, een halt toe te roepen of anderszins te begrenzen. Al doet het boekje van Maxim Februari mij zorgen maken over de invloed die digitalisering (en de grote techbedrijven) nu al hebben op het recht(sproces). De nadruk op de menselijke verantwoordelijkheid ten alle tijde vind ik al wel christelijk(er). Het past bij de houding van ‘cultiveren’ zoals benoemd in de eerste blog. Het zijn en blijven nog steeds mensen die democratisch worden gekozen en het land besturen en digitale processen kunnen dat vergemakkelijken en zelfs deels automatiseren, maar de bestuurder is verantwoordelijk. Voor zowel de uitkomst als het systeem. We verwachten het van mensen en niet van techniek. En de bestuurder is niet alleen verantwoordelijk, maar ook aanspreekbaar en bereikbaar. Daarin proef ik een aandacht voor de individuele mens en een duidelijke relatie naar recht en gerechtigheid. Zeker wanneer die mens afhankelijk is en/of kwetsbaar. De zorg van de zwakkere vind ik uitgesproken christelijk in aard. En het hoge tempo waarin de overheid digitaliseert sluit mensen uit: de belofte van kostenbesparing en efficiëntie pakt voor hen vaak negatief uit. Het is de (christelijke?) taak van de overheid altijd oog te hebben voor de digitale minder vaardigen of anderszins kwetsbare burgers en (juist) hen de menselijke (niet-gedigitaliseerde) kant van de overheid te tonen.

De volgende keer gaat het over de vijf Christenunie uitgangspunten bij ‘menselijke waarden in digitale tijden’.

Iets meer over auteur Renco Schoemaker

Renco is krap 40 jaar, man en vader van twee. Hij is ouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en podcasts maken. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.

Categorieën

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.