Skip to main content

Holy Shit (1)

Een zesdelige serie van Lazarus die goede vragen stelt gedachten verwoordt.

Vandaag schrijft Dick over de Lazarus serie ‘Holy Shit’. Over goede geloofsvragen van (vooral?) millenials. Kijk en lees je mee?
| Dick Sluiter |

Een zesdelige serie van Lazarus (progressief christelijk platform inmiddels onder de paraplu van de EO) heet Holy Shit. Deze serie stelt mijns ziens goede vragen en verwoordt de gedachten van een grote groep van wat voornamelijk millenials zullen zijn. Ik ga de komende tijd de afleveringen bekijken en zal na afloop wat gedachtes delen.

Marjon Moed (33)

 ‘Moet ik nog iets met het christelijk geloof?’ Creatief mogelijkmaker Marjon Moed (33) wordt al jarenlang achtervolgd door die vraag. Voor Lazarus gaat ze nu de eerlijke confrontatie met die vraag aan, maar wel met een duidelijk uitgangspunt: geloven zoals ze deed op haar twintigste kan ze niet meer. In deze eerste aflevering gaat op zoek naar een antwoord door met haar ouders te praten en mee te zingen met christelijke zanger én vroegere buurjongen Reyer.

Marjon: “Ik weet dat ik ging studeren en dat ik op reis ging. En toen ik terugkwam, dacht ik: lukt eigenlijk ook wel prima zonder God (…)
Volgens mij missen we het ook wel een beetje. Dat je ergens bij hoort, zonder dat je daar iets voor hoeft te presteren.”

Deze uitspraak vind ik wel typisch voor deze tijd: je denkt het zonder God te kunnen, want je kunt het immers allemaal zelf. Om je na verloop van tijd af te vragen of je niet het kind met het badwater hebt weggegooid. Het dilemma wat ontstaat, lijkt op de conclusie van Nietzsche: God is dood, maar na zijn doodverklaring staar je plotseling in het zwarte niets (zoals verwoord in zijn nihilisme). Maar ook de eerlijke uitspraak om voor een dubbeltje op de eerste rij te willen zitten lijkt symptomatisch voor deze tijd. De hoeveelheid openliggende vacatures in de kerken, maar ook andere organisaties, onderstrepen dit gevoel.

Holy Shit (1)

“Wat verlies ik er precies aan, als ik zou zeggen: ik hoef er niks meer mee? De naaste liefhebben als jezelf, daar ga ik in investeren…Hoe zou mijn leven dan wezenlijk veranderen?”

Niet meer naar de kerk

Marjon: “Vinden jullie er eigenlijk iets van dat ik niet meer naar de kerk ga?

Ouders: Ja, ik snap dat helemaal. Voor de jongeren snap ik heel goed dat je je daar niet meer in kunt vinden. Dat hebben wij zelfs al wel. Hoe het liturgisch in elkaar zit, hoe het opgebouwd is. De taal die er gesproken wordt. Het dwingende karakter wat een kerk vaak heeft. En als je de gehechtheid niet hebt met die gemeente en die mensen dan zullen zeker de hiërarchie en de regels en de toestanden eromheen, dat zal je niet bij de kerk houden.”

Ik heb het in mijn vorige blog over het jeugdwerk gehad. Wat daarbij opvalt: jongeren zoeken het geloof buiten de kerk. Of: binnen de kerk willen ze zich vooral richten op Jezus in plaats van alle dogma’s en regels. Ook het belang van ‘een warme gemeente zijn’, waarbij je zorgt voor gehechtheid als een gemeenschap van jongeren en ouderen, wordt onderstreept in het bovenstaande fragment. De kerk zal in actie moeten komen, ook enigszins geforceerd door de coronatijd, om zich te bezinnen op haar relevantie/identiteit voor nu en voor de komende generaties.

Marjon: “Wat verlies ik er precies aan, als ik zou zeggen: ik hoef er niks meer mee? De naaste liefhebben als jezelf, daar ga ik in investeren…Hoe zou mijn leven dan wezenlijk veranderen?

Ouders: (…) dat wij er gewoon steun aan hebben. Dat het mij niet altijd lukt die naaste lief te hebben zoals mezelf. En dat je dat stukje steun dan zou missen.

Marjon: Ja, want stel ik zeg: Ik heb genoeg steun aan mijn vrienden? Ik mis niks.

Ouders: Die zijn er natuurlijk ook niet altijd. Als jij een keer midden in de nacht thuiskomt. Dat je het dan zou kunnen uitschreeuwen, dat je dan altijd weet dan kan ik in ieder geval naar God. Die kent mij helemaal.

Dit vind ik een heel mooi gesprek. Dit zal niet meteen een bevredigend antwoord voor Marjon zijn, maar de ouders weten op een duidelijke manier uit te leggen wat het geloof voor hen betekent. Een open gesprek met kritische vragen en doorleefde antwoorden: iets wat ik graag zie (en veel ouders gun), maar ook zelf beter onder de knie zou willen krijgen.

Na een evangelische dienst in Veenendaal

Marjon: “Ja, ik heb wel echt mijn best gedaan. Ik heb echt meegezongen. Maar weet je: ik heb zo’n moeite met dat jargon. Het kruis, Messias, verlosser, bevrijder, overwinnaar, ken alleen het bloed van Jezus, waardig. Zinnen als: Toon mij uw heerlijkheid; het is volbracht. Al die woorden waarvan ik niet geloof dat iemand één van die zinnen in de hele week tot aan dit concert überhaupt heeft uitgesproken.”

Wij hebben het in onze blogs vaker over jargon gehad, maar ook Marjon benoemt dit als iets wat tussen haar en haar gevoel instaat. De taal spreken van het geloof is niet altijd de taal spreken van het christelijke jargon. Je staat weliswaar in een (liturgische) traditie, maar de taal is uiteindelijk een middel tot een doel. En als dat doel wordt gemist, buiten de context van zondag, moet je gaan zoeken naar een gemeenschappelijke taal en proberen dit jargon buiten de deur te houden of gaan vertalen. De liturgie is een dynamisch gebeuren en aanpassingen vanwege veranderde tijd en veranderende vragen lijkt belangrijk, maar ook noodzakelijk. Met name voor de al die zoekers en twijfelaars zoals Marjon.

Iets meer over auteur Dick Sluiter

Dick is zo’n 35 jaar, getrouwd en vader van twee kinderen. Hij is zeer geïnteresseerd in alles wat met religie te maken heeft, van kunst tot wetenschap en van traditioneel tot postmodern.

Categorieën

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.