Album top 10 van 2024
1. Touché Amoré – Spiral in a Straight Line
Ik heb niet vaak dat ik uitkijk naar specifieke albums, maar dit jaar wachtte ik toch met enige anticipatie op het nieuwe album van Touché Amoré. De vooruitgesnelde single Hal Ashby was al een zeer goede teaser. En een geweldige shout-out naar een geweldige regisseur uit de jaren ’70 (Being There, Harold and Maud). En de verwachtingen werden ingelost: het blijkt een heerlijk album met goede afwisselingen tussen hun snellere, agressievere (oudere) werk en wat meer poppier (!) sound. Dat smaakt mij meer dan goed, helemaal omdat er op het album ook nog eens werd samengewerkt met persoonlijke favorieten Lou Barlow (Sebadoh, Dinosaur Jr.) en Julien Baker (vorig jaar in mijn eindlijst met Boygenius). Ik sta dan ook te popelen om ze live aan het werk te zien en dat gelukkig al snel gebeuren, aankomende februari in de Melkweg.
2. The Cure – Songs of a Lost World
Wat een machtige stem heeft die Robert Smith toch, verzucht ik in mijzelf na deze nieuwe kennismaking. Een hernieuwde kennismaking; want het vorige album dateert van 16 jaar geleden (!). De leeftijd van Robert Smith is dan ook gelijk aan die van mijn ouders, maar die zie ik toch niet zo op het podium staan als deze rasartiest. Wat een genot om deze krasse knar weer aan het werk te horen (en zien). De met melancholie behangen teksten over het verstrijken van de tijd, ouder worden, verlies is omgeven met de mooiste melodieën. Hoor bijvoorbeeld die gitaren eens meehuilen tijdens Endsong. Tranen trekkend. En de manier waarop The Cure dit brengt, mistroostig en in het schemerdonker, zo kunnen maar weinig bands dat.
3. Nick Cave – Wild God
Op met de deur in huis te vallen: dit is niet zijn beste album. In het geval van Nick Cave ligt de lat dermate hoog, dat ook op een ‘minder’ album de kwaliteit onverminderd hoog blijft. Ik houd, denk ik, meer van zijn werk met Warren Ellis, dan bestaat zijn muziek meer uit soundscapes. De hernieuwde samenwerking met The Bad Seeds geeft een andere dynamiek. Het is op dit album allemaal groter, het geluid, de thematiek, er doet regelmatig een koor mee, maar dat pakt mij dus allemaal wat minder. Maar toch, tijdens vele autoritten heb ik weer luidkeels mee geneuried of hard meegezongen met de teksten, vul ik in mijn gedachten elke wending op het album aan en besloot nooit om de muziek even weg te draaien. Als dat alles dan toch weer plaatsvind, kun je niet anders concluderen dat je je plaats in de eindejaarslijst verdiend hebt.
4. Japandroids – Fate & Alcohol
Wat is het toch zonde dat de Japandroids na dit album uit elkaar gaan. En tot overmaat van ramp hebben ze ook nog eens besloten om dit album te lanceren zonder een (wereldwijde) tour. We moeten het dus echt met de muziek op dit album doen en kunnen dus niet stiekem dromen wat een live optreden had kunnen toevoegen. Soit, we doen het ermee. De Japandroids klinken gelukkig op dit laatste album gewoon weer als de… Japandroids. Die typische opbouw van de nummers, van zacht naar hard, het Amerikaanse aanhouden van de laatste woorden in de teksten (jaja, ik weet heus wel dat het Canadezen uit Vancouver zijn), die meebrulrefreinen. Maar dat bekende is helemaal niet erg, want ik geniet er telkens weer van, en pink dan ook een klein traantje weg bij de gedachten dat we het hier écht mee zullen moeten doen.
5. Tramhaus – The First Exit
Postpunk, daar duikt die term weer op in de eindejaarslijst, maar ik kan helaas geen beter woord bedenken om de muziek van Tramhaus te beschrijven. Wat wel origineel is: ze komen uit Rotterdam. Jaja, Hollandse glorie. Dit debuutalbum staat vol luide gitaren, en heeft een dreigende en explosieve sfeer in zich. De twee gitaristen zijn naadloos op elkaar ingespeeld en spelen dan weer samen om zich vervolgens weer om elkaar heen wentelen, continue bezig om aan te trekken en af te stoten. Hier ontstaat die dreiging en explosiviteit. Dit alles ondersteund voor vele tempowisselingen, in zang en drumpartijen. Kortom, er gebeurt telkens van alles per nummer, maar ook binnen de nummers. En laat dit alles nu precies naar mijn smaak zijn (en gezien de huidige triomftocht, die van velen). Hulde!
6. Jamie XX – In Waves
Volgens mij beland er elk jaar wel iets The xx gerelateerd in mijn lijst. Als het moederschip, The xx, al een aantal jaar niet levert, dan zijn er altijd nog wel de soloprojecten van beide bandgenoten. Vorig jaar belandde Romy Madley – Croft in de lijst en dit jaar is James Smith (zoals Jamie XX dus in zijn paspoort heet) weer aan de beurt. Jamie XX levert dan ook weer een formidabel album af, waarbij je echt niet kunt stilzitten. Zelfs niet als je op de bank zit met een koptelefoon, zoals ik vaak de muziek tot mij neem. Er gebeurt van alles in deze dance-productie vol hippe en verrassende gastbijdragen. Er is synthpop, rave, disco, soul en nog zoveel meer, en onder de streep is het vooral feest!
7. Fontaines D.C. – Romance
Het meest commerciële album van Fontaines werd Romance genoemd. Als dit tegenwoordig als commercieel wordt genoemd, dan neem ik mijn petje voor de huidige generatie luisteraars af. Want ze bedoelen vast niet de verkoopcijfers van Fontaines, maar meer op nieuwe, toegankelijke koers die de band op Romance neemt. Toegankelijk is het album zeker, maar dat vond ik eigenlijk ook al wel van het debuutalbum Dogrel, die fantastische introductie van Fontaines D.C. (Dublin City). Dit album heeft in ieder geval weer van alles, de afwisseling tussen de nummers is lekker en niet te opvallend. Opvallend is wel dat er met meer zelfvertrouwen wordt gezongen dan op de vorige albums, en dan tel ik dus niet dat praat zingen van frontman Brian Chatten mee, wat hij op de vorige albums liet horen. Dit alles klinkt misschien ook als een makkelijk album, of als een zoet album, gezien de hoesfoto van een groot hart, maar vergis je niet. Fontaines blijft spannende songs afleveren (beluister alleen al de singles Starbuster, Bug, en Favourite) en klinken nog altijd vol passie en spelen nog even gedreven als hiervoor.
Live bleken ze ook goed, maar miste ik eerlijk gezegd wel de magie die ik had toen ik hun albums voor het eerst opzette. Dit had vast ook te maken met het altijd sfeervolle, kuch, AFAS Live waar ik ze zag spelen. Een zaal die ook duidelijk de hernieuwde status aangeeft, want ze speelden ook nog eens twee uitverkochte avonden achter elkaar, toch knap.
8. Jon Hopkins – RITUAL
De laatste albums van Jon Hopkins zijn meer concept albums, dan single albums. Dit zijn albums die je dus, het liefst, in zijn totaliteit tot je moet nemen. Je moet de tijd nemen, en zo’n album echt even van begin tot einde luisteren en op je in laten werken, dan snap je vanzelf ook de bedoeling van zijn verhaal/of mee te geven ervaring. Dit album bleek voort te zijn gekomen uit een vraag om een soundtrack te maken bij een Dreammachine. Dit is een ronddraaiende hypnoselamp uit de jaren zestig. Deze soundtrack heeft hij vervolgens uitgebouwd tot dit album RITUAL. Dit verhaal geeft je de oorsprong en een idee, maar is verder eigenlijk niet van belang tijdens het luisteren. Jon Hopkins stuurt je graag op een muzikale reis, een daagt je uit om een ritueel te creëren die je boven jezelf uit laat stijgen, lekker wegdromend op die zachte, gloedvolle klanken. Ga het vooral zelf eens proberen: absolute aanrader.
9. Sprints – Letter to Self
Ik heb ze totaal onvoorbereid gehoord en gezien op Best Kept Secret dit jaar en ben vervolgens hun debuutalbum gaan luisteren naar aanleiding van dit optreden. Compliment 1. Ik ben toen ook enthousiast geraakt van dit album en deze ging dan ook in de maanden daarna regelmatig op repeat. Compliment 2. En afgelopen maand had ik het geluk om ze nog eens live aan het werk te mogen zien tijdens het Zeitgeist festival in Nijmegen. Maar nu natuurlijk met die luisterervaringen van het album en hun eerder live ervaring in de achterzak. Dan blijft het toch altijd spannend of ze deze opgebouwde verwachtingen kunnen waarmaken en inlossen. En gelukkig: dat deden ze. Een heel toffe en energieke show, die na een voorzichtige start alsnog eindigde in een volledig deinde zaal. Compliment 3. Ze hebben sinds de release van hun album Letter to Self in januari bijna100 (!) optredens gespeeld. Indrukwekkend. En de reacties duiden op een ware triomftocht. Het zij ze gegund!
10. Gurriers – Come and See
Mijn eindejaarslijst blijkt dit jaar vooral een gitaarlijst geworden te zijn, en dan dus niet van het akoestische soort, maar die van de venijnige, harde, snelle en doorleeft klinkende soort (Tramhaus, Touché Amoré, Sprints, Japandroids). Ik vind de genoemde bands onderling erg verschillend klinken, maar bovengenoemde kenmerken delen ze wel. Ik word er gelukkig van als ik die klanken voel weerkaatsen in mijn borstkas, ik voel de opwinding, de woede, maar ook het plezier van in een band spelen. Heerlijk gevoel en zo lekker om over je heen te laat komen. Gurriers past in dit rijtje én dus binnen die kenmerken. Openingsnummer Nausea brengt je al meteen bijna tot misselijkheid, zo hard, scherp en venijnig vliegen de gitaren je om de oren. Het hele album wordt deze intense energie, felheid en oorverdovende ´herrie´ volgehouden, op een incidenteel íets ingetogener nummer na dan. Je blijft uitgeput achter na beluistering en dat bedoel ik als compliment. Maar dan is het gewoon een kwestie van schone kleren aandoen en nog een keer gaan!