Skip to main content

Postmoderne geloofsluiheid

Hoe het postmodernisme iedere (geloofs)waarheidsaanspraak kapot relativeert

Renco bezocht de zgn. startzondag in zijn kerk en viel met zijn neus in de boter. Weg met de postmoderne geloofsluiheid, stelt hij in deze nieuwe blog.
| Renco Schoemaker |

Tja, we zetten goed in hier op geloofsvoer na de zomervakantie. We starten met een blog en een podcastaflevering over luiheid. Hoe was jouw vakantie? Ik heb heerlijk geluierd, uitgezonderd een fietsrit een forse berg op. Dat was het tegenovergestelde van luieren. Maar verder: lekker geluierd. In m’n geloof luier ik er ook rustig op los; een kerkdienst tussen ‘ander vertier’ dat ik kan kijken en met door het postmodernisme geïndividualiseerde waarheden kan je lekker content zijn met jezelf en je wereldbeeld. Liefhebbers kunnen de scherpe kantjes van dat alles afreageren op social media. Dus.

Naar de kerk

Eind augustus bezocht ik weer de kerkdienst van onze eigen gemeente en merkte; ja, ik ben er weer. Fijn hè, dat ik er weer ben. Niet iedereen zal terugkeren na corona natuurlijk; ik wel. Een soort zelfgenoegzaamheid. En omdat de terugkeer naar de kerk(dienst) nog pril is, moeten we elkaar toch vooral verwelkomen; het is fijn u en jou weer te zien. En dat was het. Afgelopen zondag – een week later dus – zat ik weer in de kerk en de predikant pakte ons bij de lurven. En weet je, dat vond ik nog veel fijner. Vonken, splinters. Er mag toch wat gebeuren in een kerkdienst?! Maar twee ontwikkelingen staan dit in de weg, wat mij betreft. Ten eerste is dat corona en ten tweede is dat de postmoderne tijdsgeest.

Postmoderne geloofsluiheid

Bij de lurven

Voor de liefhebber, hieronder de livestream van de dienst van zondag 5 september 2021. Start om 42:30. Ik vermoed dat je het niet zal opbrengen de hele preek te luisteren (kijkend naar mijzelf), maar toch raad ik het je aan. Het gaat over zintuigen en verbondenheid, maar verderop stelt hij op indringende wijze de vraag: “Hoe kan het dan, dat….” (vanaf 54:40). Die vraag raakt niet aan deze blog, maar wist me wel te raken.

“Laat gebeuren wat gebeuren zal of moet, maar laat nimmer de angst voor krimp dicteren wat wel of niet gezegd, gebeden, beleden of bediscussieerd mag worden.”

Corona

Corona heeft de wereld veranderd. Of het een duurzame verandering is moet nog blijken, maar feit is dat lid zijn van een kerk, gelovige zijn en je onderdeel weten van een gemeenschap veranderd is. We hebben elkaar gemist, maar hebben ook het comfort van de woonkamer-kerkdienst (via het scherm) ervaren. Dieper dan dat; we hebben misschien ervaren dat we dat lage vuurtje onder ons geloof eigenlijk veel minder bezwaarlijk vinden dan gedacht. Zo nu en dan ‘pak je een kerkdienst mee’ op Youtube, onderuitgezakt op de bank of in bed. Natuurlijk, het kán. En de mensen die de kerkdienst weer live bezoeken zullen in eerste instantie blij zijn elkaar te zien en ín elkaar allicht zien en erkennen dat een digitale dienst maar surrogaat is.

Op één of andere manier bekruipt mij de angst dat we post-corona – ik weet: het is veel te vroeg daarvan te spreken – vooral blij zullen zijn met wie nog wél komen. Met wie nog wél de moeite neemt in de kerk op een stoel te gaan zitten, wie meezingt en aandachtig luistert naar wat wordt gelezen en verteld. Het gevaar is dat we de scherpe kantjes er vanaf vijlen. Lui worden. Omdat we niet (verder) willen krimpen door mensen permanent naar de digitale kerkdienstvariant te bewegen; het kerkdienstconsumentisme ten top. En ja, de verwatering van het geloof ingezet ten tijde van corona kan ook leiden tot een permanent afscheid van God en zijn geloofsgemeente. Daarom was afgelopen zondag inspirerend! Ik kom voor de scherpe randjes.

Laat gebeuren wat gebeuren zal of moet, maar laat nimmer de angst voor (corona)krimp dicteren wat wel of niet gezegd, gebeden, beleden of bediscussieerd mag worden.

Postmodernisme

Het ging hier al vaak over het postmodernisme. Lees deze blog nog eens om er wat gevoel bij te krijgen in de context van geloof. Wat ik hier graag wil benoemen is de toenemende verlegenheid en ongemak rondom universele waarheidsaanspraken. Als zelfs waarheid niet meer gekend kan worden – omdat zij individueel geduid kan worden – hoe kan een christen dan nog stellen dat God bestaat? Het is alleen volstrekt belachelijk te concluderen dat God derhalve niet bestaat. Het christelijk wereldbeeld wordt niet meer zo geridiculiseerd als 15-20 jaar terug, maar de vraag is of we er op vooruit zijn gegaan. Nu word ik als christen in mijn waarde gelaten zou je kunnen stellen, maar dat heeft soms iets denigrerends in zich. Het voelt alsof we verleerd zijn elkaar diepgaand te bevragen over zaken als leven, dood, onrecht, gerechtigheid, vergeving enzovoorts. Wat drijft de mens?

Het christelijk geloof heeft ontzettend goede kaarten, zogezegd. Menig mens onderschrijft dat de wereld een veel beter leefbare plaats zou zijn wanneer iedereen christelijke waarden en normen zou naleven (da’s natuurlijk nog wel iets anders dan in God geloven – ik weet het). Maar wanneer je het christelijk geloof ziet als een wereldbeeld dat enkele individuen – die nog niet toch inzicht zijn gekomen – nog aanhangen, en je bang bent voor wat de mensen om je heen zullen denken of zeggen indien je jezelf gelovig zou noemen, dan tos je al die kaart gemakzuchtig weg. Wanneer je niet eens de moeite doet om je voor te stellen dat er een God kán zijn en nadenkt over wat dat dan kan betekenen, leef je wel in (intellectuele) armoede. Wees je op z’n minst bewust van de postmoderne tijdsgeest, haar grote invloed op jouw weerzin tegen universele waarheidsaanspraken, zoals o.a. het christendom doet én van haar problematische kanten. Lees ook nog eens deze blog.

 

Een eigen stoel of luieren

Misschien voel je wel eens een ondefinieerbaar verlangen naar iets. Je gekend weten in je diepste zijn. Dat fysiek of neurologisch verklaren doet geen recht aan wat je voelt. Heb alsjeblieft eens wat lef zeg. Ga gesprekken aan en zoek de scherpe kantjes op. Denk eens echt na over de hoe-kan-dat-vraag uit bovenstaand Youtube fragment (54:40). Span je in. Ik zou hierbij zelf niet stárten bij een kerk, maar allicht kom je er tijdens je levenszoektocht wel (meermalen) langs of verpoos je er voor langere tijd. Hoe dan ook, ik houd van scherpe randjes in gesprekken. Heerlijk, dit.

Als lid van een kerk hoop ik dat wij, zoals de predikant mooi zei: in de kerk mag alles mislukken, jou een plaats kunnen bieden. Ik heb daar een plaats en wanneer je al langer hier meeleest weet je dat die lang niet altijd lekker zit. Maar m’n stoel opgeven om die reden is niet aan de orde. Wel ben ik op zoek naar andere stoeltjes voor de afwisseling. Omdat zitten – ook, of juist ongemakkelijk zitten – uiteindelijk beter is dan luieren.

Iets meer over auteur Renco Schoemaker

Renco is ruim 35 jaar, man en vader van twee. Hij was eerder jeugdouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en bloggen. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.

Categorieën

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.