Skip to main content

Georganiseerd gebed

| Renco Schoemaker |
Renco schrijft wat van z’n moeite rondom het ‘georganiseerde gebed’ van zich af. Past dat wel bij zeer persoonlijke aard van bidden? Lees het zelf.

Al ruim een jaar denk ik zo nu en dan aan het schrijven over een blog als deze. Enerzijds wil ik er wat over kwijt, maar anderzijds voelt het al snel als onnodig en mogelijk kwetsend voor mensen die geheel anders denken over bidden en gebed. Deze week las ik het artikel van Alain Verheij over kerkverlating en daar wist hij m’n aandacht goed te pakken. Daarom vandaag na lange tijd alsnog deze blog..

Kerkverlating

In het betreffende artikel op Lazarus pent Alain treffend, eerlijk en gechargeerd neer hoe het er voorstaat. Lezenswaardig. Het laatste deel start met deze alinea:

We kunnen nu nog schakelen – mits die twintigers en dertigers zich over hun arrogante weerzin heen zetten en contact gaan leggen met de oudere traditie en medegelovigen. Mits die aloude kerkmannen van hun onaantastbare troon stappen en ruimte bieden aan de diverse toekomst. Mits die lethargische middengeneratie van veertigers en vijftigers eens een keer zelfbewust en actief de broodnodige bruggen gaat slaan.

Stof tot nadenken. Want die weerzin ervaar ik zelf zo nu en dan. Een stevig woord: weerzin. De Van Dale betekenis is afkeer. Weerzin tegen kerkjargon bijvoorbeeld. Poeh, en als je daar eenmaal je antenne op afgestemd hebt kom je maar moeilijk af van deze nieuwe verworven ‘opmerkzaamheid’. Maar ook weerzin tegen wat ik noem ‘georganiseerd gebed’. Ziehier de titel. En deze weerzin ís arrogant, meen ik. Dat onderkennen is allicht stap één, maar je er over heenzetten in stap twéé is veel moeilijker.

De gebedscoördinator

Dit is de titel zoals ik die lang geleden al eens bedacht, en wel naar aanleiding van een ‘gemeentevergadering’ die we jaren terug hadden in onze kerkelijke gemeente. Iedereen die wil blijft plakken voor de gebruikelijke koffie om vervolgens enkele zaken te bespreken die het ‘wel en wee’ raken van de hele gemeente. Het gebezigde kerkjargon daargelaten kwamen we gaandeweg – hetzij zijdelings – op het punt van gebed.

Geheel in lijn met de organisatorische inborst der gereformeerden stelde iemand voor een ‘gebedscoördinator’ te benoemen. Die persoon kon dan, zogezegd, fungeren als schakel tussen vraag (punten waarvoor gebed gevraagd wordt) en aanbod (mensen die alleen of in groepsverband periodiek bidden voor anderen). Toen ik dat hoorde stelde ik vast dat we werkelijk een zeer pluriforme gemeente zijn.

In onze gemeente is een relatief kleine groep mensen vrij actief rondom het ‘georganiseerd gebed’. Ik heb het niets op tegen, maar zeker ook niets méé. Begrijp me goed, ik zet het gebed niet bij het afval, maar artikelen als deze wakkeren bij mij geen vuur aan, zeg maar. En met initiatieven waar we als leden van de kerkelijke gemeente worden opgeroepen vooral gebedspunten uit te wisselen (bidden voor anderen en voor je laten bidden) loop ik niet warm. Van iets als ‘de klok rond bidden’ in een soort estafette krijg ik jeuk. Maar waarom die weerzin?

Het geheimenis van bidden

Voor je laten bidden ervaar ik als iets heel persoonlijks. Je laat iemand heel dichtbij komen en daarvoor stel je je doorgaans kwetsbaar op. De kracht die van zo’n gebed kan uitgaan is groot, zo heb ik ervaren. Ook andersom, als ik voor/met iemand heb gebeden. Zoals die ene avond, met m’n moeder. De verbinding in God ervaren is voor mij een soort geheim. Iets wat z’n waarde gaandeweg verliest wanneer het gedeeld wordt met teveel mensen. Hoe laat het zich überhaupt goed vangen in woorden?

Gebed voelt voor mij ook als onder woorden brengen wat God al weet. God is almachtig, niet? Neemt God je gebed serieuzer wanneer je 100x bidt voor iets dan wanneer je er 1x voor bidt, of 10x? Neem je God serieuzer wanneer je 100x voor iets bidt, of juist niet? Ik geloof niet dat de frequentie van invloed is, noch het aantal mensen dat voor iets of iemand bidt. Of hoe lang je aaneengesloten bidt. Ik geloof wel dat bidden belangrijk en onlosmakelijk verbonden is met je geloofsleven.

Tijdens een eerdere kinder(kerk)dienst mochten kinderen bij binnenkomst gebedspunten opschrijven. Joah (7) en ik vroegen gebed voor mijn moeder. Toen er daadwerkelijk gebeden werd voor deze punten bleek dat – in mijn perceptie – wij de enigen waren die een dergelijk, zeer persoonlijk gebedspunt hadden opgeschreven. Daar val ik dan over, de arrogante zeikerd. Stel je je eens kwetsbaar op in deze, krijg je het nauwelijks beantwoord. Die kwetsbaarheid is goed en noodzakelijk voor onderling gebed, maar o zo broos.

Broos

(Laten) bidden voor dat wat er zich achter de voordeur afspeelt, in het diepst van ons hart. Daar waar de pijn zit. God weet het. Gebedspunten uitwisselen als een soort transactie gaat wat mij betreft voorbij aan de diepe verankering van deze punten in ons hart. Het is broos en verdient bescherming. Die is moeilijker te geven in de context van het georganiseerde gebed. Een gebedscoördinator zal ik niet missen.

En natuurlijk kan je bij het (laten) bidden vervallen in het vertrouwde kerkjargon. Dan ‘doe je wel mee’, zonder het je echt te laten raken. Daar pas ik voor. Het is mooi en krachtig dat een kerkgemeente pluriform is in denken en doen (nu nog in socio-economisch opzicht..) en dat geldt ook voor het gebed. Nu nog van die weerzin af komen. Ik zal er voor bidden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Meer over Renco Schoemaker

Renco is ruim 35 jaar, man en vader van twee. Hij was eerder jeugdouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en bloggen. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.