Skip to main content

Nooit meer slapen

Dick mag graag boeken lezen, voornamelijk fictie maar ook non-fictie. In elk boek stuit je wel op een mooie (religieuze) passage. Vandaag een passage uit ‘Nooit meer slapen’ van Willem Frederik Hermans.

Ik mag graag boeken lezen, voornamelijk fictie maar ook non-fictie. In elk boek stuit je wel op een mooie (religieuze) passage. Nu wil ik op onze blog af en toe zo’n passage eens citeren. Als er context gegeven moet worden geef ik die natuurlijk, maar in de passage van vandaag is dat niet echt nodig.

Willem Frederik Hermans

Onderstaand fragment komt uit Nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans. In het boek onderneemt een jonge Nederlandse student geologie een wetenschappelijke expeditie naar Lapland om bewijzen voor meteorietinslagen te vinden, daarbij vergezeld door drie Noorse medeonderzoekers.

Onderstaande dialoog gaat tussen twee van die Noren, een die gelooft in God en de ander duidelijk niet.
Kleine noot over de schrijver: Willem Frederik Hermans had een afkeer van metafysica en de daaraan ontleende moraal, maar het fenomeen godsdienst boeide hem zeer (met name de onbegrensde macht van een god).

Hieronder de passage om tot je te nemen, je te laten ergeren, lachen of wat dan ook. In ieder geval om over na te denken… (eventueel reageer ik zelf nog eens in een blog)

Pagina 136-138 (26e druk)

(…)
Niets verhindert mij aan te nemen dat er een god is geweest, die eenmaal is begonnen.

Waarom een god? Waarom het ingewikkeld te maken met een wezen dat niemand ooit gezien heeft? God is een woord wat niets betekent.

Het betekent: hij die alles geschapen hebben.

Doe mee een plezier! ’t Is toch veel eenvoudiger aan te nemen dat de mens alles geschapen heeft, was het alleen maar omdat we weten wat het woord mens voorstelt. We weten dan weliswaar nog niet wie de mens geschapen heeft, maar dat hindert niets, want door wie god geschapen is, weten zelfs de grootste theologen niet. Dus is het simpeler en eerlijker de hele omweg over god te vermijden en te zeggen dat de mens alles gemaakt heeft. Het bewijs komt nog wel. Er zijn hoopvolle tekenen die in die richting wijzen.

Iedere mythologie immers heeft twee uiteinden. Het begin, de schepping aan de ene kant. En aan de andere kant de totale ondergang: Ragnarok, Godenschemering, Apocalyps. Nou, de totale ondergang die hebben we al in onze hand. Waarom dan de schepping niet? Einstein met zijn god als een wiskundeleraar. Stel je dat eens goed voor: god! De alwetende wiskundige, natuurkundige, chemicus, bioloog! Bijna niemand heeft de afschuwelijke consequenties van dat idee doorzien!
Want ga na wat die god dan moet zijn.

Op een dag heeft hij een aantal ingewikkelde problemen bedacht als een schoolmeester. Het totaal van deze problemen was de kosmos. In deze kosmos plaatste hij een wezen, mens genaamd, dat van niets wist. Vervolgens ging god achter zijn lessenaartje zitten kijken wat de leerlingen ervan terechtbrachten.

Nou! Ze prakkizeren er niet over hun huiswerk te maken! Ze gaan met elkaar naar bed, zonder te weten dat er kinderen van komen, slaan mekaar dood, eten elkaar op. Het duurt duizenden jaren voordat ze een taal bedenken, nog eens duizenden jaren voordat ze het schrift uitvinden. God wordt benauwd en publiceert gauw een boek waarin alle oplossingen verkeerd in staan.

Rustig laat hij de ene generatie afschuwelijk aan zijn einde komen door besmettelijke ziekten, waar de volgende generatie een geneesmiddel tegen vindt. Ether bestond al drie honderd jaar, voor iemand de narcose ontdekte, Had God vergeten in de bijbel te openbaren. Tot dan toe was het bovendien gebruikelijk, als je been werd afgeschoten in een veldslag, dat de overgebleven stomp in een pot kokende olie werd gedoopt. God snoof meedogenloos de geuren op.

Glimlachend laat hij een paar miljoen oude vrouwtjes levend verbranden als toverheks. Hij laat hele steden uitroeien door cholera, tyfus en pest, voordat hij de microscoop laat uitvinden om de verwekkers van die ziekten te ontmaskeren. De mens is kortom, zoals een Duitser het eens genoemd heeft: der ewig Betrogene des Universums. Ik ben dol op die uitspraak. Er gaat geen dag voorbij dat ik hem niet bij mezelf herhaal.

Op de school van de schepper zakt de knapste scholier altijd weer voor zijn eindexamen. God deelt voortdurend nullen uit. Wat moeten we van een dergelijk godsbeeld denken?

We kunnen alleen maar vaststellen dat we het niet nodig hebben. God heeft misschien wat betekend voor primitieve volken, die dachten dat de beschaving altijd zou blijven zoals hij was. Maar wij die de wereld voortdurend veranderen, wij bewijzen met iedere ontdekking dat we het universum zelf hadden kunnen scheppen. De zon is een grote thermonucleaire reactie en het brein een kleine computer, tot het uiterste geminiaturiseerd. Wat zal hier op een dag uit voortvloeien? De conclusie dat we het universum ook zelf hebben gemaakt.

(…)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Meer over Dick Sluiter

Dick is zo’n 35 jaar, getrouwd en vader van twee kinderen. Hij is zeer geïnteresseerd in alles wat met religie te maken heeft, van kunst tot wetenschap en van traditioneel tot postmodern.