Skip to main content

Taal

| Dick Sluiter |
Blogger Dick debuteert op geloofsvoer! Als er iets moeilijk is in het christendom, dan is het wel het gebruik van taal. We zijn vaak zo gewend om te praten vanuit bekende zinnen en concepten dat we soms vergeten zijn hoe we moeten communiceren met iemand die daarmee niet bekend is.

Als er iets moeilijk is in het christendom, dan is het wel het gebruik van taal. We zijn vaak zo gewend om te praten vanuit bekende zinnen en concepten dat we soms vergeten zijn hoe we moeten communiceren met iemand die daarmee niet bekend is. Op dit interessante onderwerp debuteer ik hier op geloofsvoer.nl. Wat heeft het programma Puberruil te maken met (religieuze) taal?

Puberruil

Jaren geleden, in mijn studententijd, zag ik een aflevering van Puberruil. Een prachtig concept gegoten in een televisieprogramma, namelijk twee jongeren, die nog midden in hun identiteitsvormende jaren zitten, ruilen een week van gezin. Het programma kiest vaak twee extremen van elkaar en in de door mij bekeken aflevering wisselden een jongen uit Amsterdam met een jongen uit Noord-Nederland (specifieke plaats heb ik niet meer kunnen achterhalen). Het gezin van de jongen uit Noord-Nederland kwam me wel bekend voor; het leek wel op mijn eigen thuissituatie, met nadruk op christelijk en degelijk. Het gezin van de jongen uit Amsterdam, maar ook zijn vrienden en hobby’s leken wel op een reclame: alle culturen en seksevoorkeuren waren aanwezig en de jongen zat op dansen en ging vaak stappen. Er leek geen religieuze voorkeur te zijn.

Duidelijk, toch?

Toen de Amsterdamse jongen voor het eerst zijn ‘nieuwe’ gezinswoning binnenstapte, wees moeder meteen op een schilderijtje aan de muur in de gang. Het zag er ongeveer zo uit (zonder de witte tekstregels overigens):

Hij vroeg aan de moeder wat het schilderij betekende en zij legde hem in snelle, simpele bewoording uit: Jezus is gestorven voor onze zonden, maar door het kruis zijn wij vergeven en krijgen het eeuwige leven. Klaar. Geen speld tussen te krijgen. Duidelijk toch?

Glazig

Behalve voor de Amsterdamse jongen. Het lukte de moeder maar niet om in ‘gewone’ woorden duidelijk te maken wat ze nu precies bedoelde met bijvoorbeeld: zonden? Waarom moest Jezus sterven? Vergeven? Eeuwig leven?’ Ik, als kijker, herkende de situatie. Ik zag de glazige ogen van de Amsterdamse jongen. Ik zag hem knikken in de trant van ‘ik knik wel, maar ik snap er niets van’. En ik wist wat hij dacht: ‘Door deze wazige uitleg sta ik ook niet echt te popelen van nieuwsgierigheid om er meer over te weten te komen’. Een gemiste kans, want de jongen was oprecht geïnteresseerd.

Op dat moment zag ik twee dingen misgaan. Het onvermogen van moeder om de vertaalslag te maken naar ‘andersdenkenden’, mensen die niet bekend zijn me het christelijke jargon en de christelijke denkbeelden. Maar ook het onvermogen van moeder om kritisch te zijn op haar eigen uitleg. Want misschien was ze dan wel op dezelfde vraag gestuit als die Amsterdamse jongen: Wat wordt er nu eigenlijk gezegd?

Het anders doen

Ik heb toen, op dat moment, besloten om het anders te doen. Ik wil met iedereen kunnen praten en uitleggen wat ik bedoel. Dat klinkt simpel, maar dat is het niet. Het betekent: wat vind ik zelf, klopt het wel wat ik ken en hoe kan ik dat goed uitleggen. Maar ook, je verplaatsen in een ander, de positie innemen van iemand die een onbeschreven blad is (al is dit natuurlijk onmogelijk, maar de beeltenis is nu eenmaal zo duidelijk) en een ander daadwerkelijk proberen te begrijpen. Moeilijk genoeg dus.

Kortom; dit betekent in management taal: een bottom-up benadering in plaats van een topdown benadering. Je neemt de houding aan van een leerling in plaats van een leraar. Zelfs als je een kennisvoorsprong hebt, ga je op zoek naar gezamenlijk gemeengoed. Hoe maak ik iets begrijpelijk? Op welke punten begrijpen we elkaar al? En van daaruit bouw je een eventuele uitleg of verhaal op. De ander kan dan stap voor stap volgen wat je doet en doet dan hopelijk deze stappen met je mee. Of je dan tot dezelfde eindconclusie komt is nog niet eens zo heel interessant.

Geloofsvoer 3.0

Precies dit hoop ik met geloofsvoer 3.0 te doen. Vanuit een bottom-up benadering proberen te achterhalen: waarom doen wij, als religieuze mensen, wat we doen? En wat hebben we als (religieus) zoekende mensen eigenlijk met elkaar gemeen? Deze benadering haalt zijn kennis dus ook niet alleen maar uit de Bijbel en het christendom, maar kijkt naar alles wat ons als mens maakt en drijft.

Over taal en/of communicatie is zoveel te vertellen en binnen de christelijke gemeenschap al helemaal. Taal is ook zo belangrijk. Al ben je ergens nog zo van overtuigd en wil je dit met iedereen delen, als je jouw overtuiging niet goed kunt overbrengen, dan heb je er maar weinig aan. Dan is de ander al afgehaakt voordat je klaar bent.

Het startpunt van mijn bijdrage moest hier wel beginnen, want ook ik moet gaan communiceren met een (onbekende) lezer. Begrijpt hij/zij wel wat ik bedoel? Ben ik wel duidelijk in mijn boodschap? Volgen ze mijn betoog nog wel? Ik ga in ieder geval mijn best doen om zo duidelijk mogelijk te zijn en ik zal vragen en antwoorden niet uit de weg gaan.

Tot de volgende keer!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Meer over Dick Sluiter

Dick is zo’n 35 jaar, getrouwd en vader van twee kinderen. Hij is zeer geïnteresseerd in alles wat met religie te maken heeft, van kunst tot wetenschap en van traditioneel tot postmodern.