Skip to main content

Waarom van de jeugdouderling

| Renco Schoemaker |
In de afgelopen tijd kwam een aantal zaken bij elkaar waardoor ik het nodig vond eens met jullie te delen wat nu het antwoord is op mijn persoonlijke waaromvraag. En de weg daar naar toe,

Onlangs organiseerden we in onze gemeente in Zwolle een dienst over jeugdwerk. Dit naar aanleiding van vragen van oudere gemeenteleden, maar ook naar aanleiding van opmerkingen van ouders. Het leek ons goed eens stil te staan bij het waarom, wat en wie van jeugdwerk. Als jeugdouderling mocht ik uiteraard ook wat betekenen in deze dienst.

Bij de voorbereiding hielden we het volgende in ons achterhoofd: we moeten voorkomen dat we alleen óver de jongeren praten en juist tégen hen praten. Vandaar de waaromvraag van jeugdwerk eerst, gevolgd door wat en wie. In die volgorde. Kortom, we stonden hier bewust bij stil. Ondanks dat zijn we daar maar ten dele in geslaagd denk ik. Er loopt een parallel met mijzelf. In dit artikel hoop ik uiteen te zetten dat ons doen (wat en wie) vaak onvoldoende voortkomt uit het zijn (waarom).

Maar waarom dan?

Kinderen hebben op een bepaalde leeftijd de vervelende neiging deze vraag nogal vaak te stellen. Ik zou er aan willen toevoegen dat ouderen (vanaf 25 jaar ;-) de vervelende neiging hebben deze vraag nogal eens over te slaan. Het is heel makkelijk een opsomming te maken van al het jeugdwerk in onze gemeente. Geheid een paar complimenten na afloop. Maar dan gaat het ongemerkt vooral over het wat en wie. Waarom eigenlijk jeugdwerk? Waarom eigenlijk een jeugdouderling willen zijn? Een beetje zoals een kind dus.

Zetten we het raam van ons hart open voor de ander als het gaat om deze vragen? Mag de ander naar binnenkijken en zien wat ons ten diepste drijft? Dit veronderstelt dat je daar voor jezelf een helder antwoord op kán formuleren. Dat is lang niet altijd het geval merk ik bij mijzelf.

Net voor de zomer vorig jaar heb ik het spreekwoordelijke jeugdouderlingstokje overgenomen van mijn voorganger. Ik heb veel waardering voor hem en de tijd die hij nam (en neemt) mij mijn weg te laten vinden in dit ‘ambt’ (bah, wat een woord). In mijn vorige gemeente heb ik 10 jaar lang met veel plezier de jeugdclub geleid, maar in het jeugdouderling zijn ben ik nog vers. In plaats van mét de jongeren, praat je ineens meer óver de jongeren. En over nog veel meer zaken zeg ik je. Even wennen. Tegelijkertijd een uitgelezen kans relaties aan te gaan met kinderen, tieners, ouders en gemeenteleden. Relaties die anders niet in die hoeveelheid en rijkheid waren ontstaan.

Podium

Dus daar stond ik op het podium in onze gemeente. Het waarom kort genoemd en vervolgens direct geparkeerd bij Marco de Best, onze predikant. Veilig gepraat over het wie en wat. En terwijl ik daar stond voelde ik dat ik tekort schoot in míjn waarom. Deels omdat ik het spannend vind voor de gehele gemeente op het podium kwetsbaar te zijn en dat raam van mijn hart te openen, deels doordat ik ‘praatjes’ bewust slechts op hoofdlijn voorbereid. Tel die twee bij elkaar op en je kan je voorstellen dat mijn persoonlijke waarom niet helemaal uit de verf kwam.

Onze predikant haakte later op het kort door mij genoemde waarom aan, waarmee toch nog de drie vragen beantwoord waren zoals we voor aanvang van de dienst gezegd hadden. Pfieuw.

Tweemaal is scheepsrecht

Na de dienst stapte een vrouw op mij af, licht bezwaard zo bleek later. Ze gaf me een welgemeend compliment voor mijn bijdrage in de dienst welke ik probeerde weg te wuiven. Ik voelde de ‘maar’ echter al van mijlenver aankomen en ik wist ook al precies wat ze ging zeggen. Ze miste míjn waarom. Mijn verhaal, mijn overtuiging, mijn geloof. Het was een uitgelezen kans wat meer persoonlijkheid en kwetsbaarheid in onze gemeente te brengen en die had ik laten liggen. Ze zei dit niet zo letterlijk, ik heb het zelf wat scherper neergezet.

Hup, twee weken later. Komt een man naar me toe na de dienst. Licht bezwaard zo bleek later. Ik had de ‘maar’ al op het vizier toen hij nog bezig was met zijn inleidende compliment. Hij miste míjn verhaal, mijn overtuiging, mijn geloof. Kortom: mijn waarom. Als inspiratie voor de jeugd, maar ook voor de andere gemeenteleden.

Het lijkt mij dat God wat wil zeggen Renco. Hij hoeft het toch niet een derde keer te vragen?

Parallel

De bewuste voorbereiding ten spijt, ben ik van mening dat we in de voorbereiding vooral gepráát hebben over ‘praten tegen jongeren in plaats van over ze’. Volgt u het nog? In de dienst zelf praatten we toch ook veel óver hen. Ik vraag me af of de jongeren zich bijzonder aangesproken hebben gevoeld. Maar meer persoonlijk geldt ook: ik heb als jeugdouderling in die dienst niet laten zien dat ik diezelfde jongeren wel aanspreek door persoonlijk te worden. Ik bleef hangen in praktische zaken als wie en wat en deed niet wat spannend is: mijn hart openen en mijn waarom beantwoorden. En nu gaat het hier niet alleen om mij persoonlijk, maar vooral om een kerkcultuur waarin een eerlijk, oprecht en persoonlijk antwoord op de waaromvraag van je leven niet uit de verf komt. En dat is volgens mij precies waar jongeren wél naar op zoek zijn!

Meer doen dan zijn

Vaak zijn we goed in wat en wie. Dingen ‘oppakken’ en ‘uitzetten’. Activiteiten organiseren. Mensen ‘erbij betrekken’. Een dienst over jeugdwerk organiseren, niks mis mee. Maar de verlegenheid en het ongemak waarmee we de waaromvraag te lijf gaan noopt ons tot minder doen en meer zijn.

Het doen en het zijn dienen in balans te zijn. Wanneer doen de overhand krijgt verliezen we ons fundament, het zijn, onder ons en alles wat we doen. Als zijn de overhand krijgt, en niet wordt opgevolgd door doen, veranderen we in een passieve, zelfvoldane club. Wanneer ze in evenwicht zijn, zijn we een naar buiten gerichte gemeente die zichzelf bescheiden en dienstbaar opstelt vanuit de bron van Gods liefde en kracht, en Zijn onvoorstelbare genade.

Herkansing

Met een lichte spanning volgt dan nu alsnog het antwoord op míjn waaromvraag: waarom kerk/jeugdwerk/jeugdouderling?

De God die er altijd is en die de macht heeft over alles en iedereen heeft míj geschapen. Hij had mij al lief voordat ik er was. Hij zegent mij met vele gaven en roept mij op te leven in de voetsporen van Jezus. Die Jezus die in mijn plaats de schuld op zich nam zodat ik een vrij mens mag zijn. Ik weet dat ik geaccepteerd ben zoals ik ben en daarom wil ik ook niets liever doen dan een rol vervullen in Zijn grote plan voor ons. Het vertrouwen en de ervaring dat ik daarvoor de Heilige Geest ontvang geeft mij rust en moed. Om in alle eerlijkheid en kwetsbaarheid mijn levenspad delen met anderen. Anderen die ik ook wil accepteren en zien zoals zij zijn. Gods gemeente heeft in dit alles een belangrijke rol want daar zijn die anderen. Met wie ik samen wil bidden, leren, danken, organiseren, enthousiasmeren en inspireren. Binnen en buiten onze gemeente. Vooral voor en samen met jongeren, omdat hun eigen zoekproces naar God voeding nodig heeft én zij zelf zeer inspirerend zijn door hun eerlijkheid en twijfel. Dit alles met vallen en opstaan.

Ik wil doen vanuit het zijn.

Comments (1)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Meer over Renco Schoemaker

Renco is ruim 35 jaar, man en vader van twee. Hij was eerder jeugdouderling in zijn gemeente in Zwolle. Hij mag graag fietsen, hardlopen, tv series kijken en bloggen. Luistert tot slot graag naar harde christelijke herrie.